78 Vooral de Egyptische priesters waren beroemd om hunne astro nomische- en astrologische kennisde verdeeling van het jaar in vier jaargetijden en 365 dagen dateert reeds uit dien tijd. Ook blijkt uit de cirkelvormige wagenraderen op oud Egyptische gedenkteekenen, die door middellijnen (spaken) in 5, 6 en 8 deelen waren verdeeld, en het oude hieroglyphenteeken voor stad „een cirkel door twee middellijnen in vier kwadranten verdeeld" dat zij met den cirkel bekend waren. Zelfs moet reeds de vergelijking n 3,14 ongeveer 3400 v. C. aan de Egyptenaren bekend zijn geweest. Een belangrijk werk, waaruit wij de mathematische ontwikkeling der oude Egyptenaren kunnen nagaan, is het zpogen. papyrus Rhind, eene in 1700 v. C. vervaardigde kopie van een werk dat volgens Birch c.a. 3400 v. C. moet geschreven zijn. Achtereenvolgens worden daarin allerlei practische vraagstukken behandeld. Iedere opgave bestaat uit drie deelen: het vraagstuk, de oplossing en de proef. Zij hebben betrekking op de rekenkunde met inbegrip der vergelijkingen van den lsten graad; de meetkunde (berekening van oppervlakte en terreinverdeelingen); de stereometrie (berekening van den inhoud van vruchtenmagazijnen en piramiden), voorts eenige practische landbouwvraagstukken. Van eene regelrechte oplossing door middel van formulus is echter nimmer sprake. Bij de rekenkunde worden behandeld de deeling van stambreuken (d. z. breuken met den teller 1) en van de breuk 2/3, door de getallen 399; andere breuken waren niet bekend, moest daarmede gewerkt worden, dan werden ze veranderd in stambreuken; voorts de optelling en aftrekking die even als tegenwoordig werden behandeldvermenig vuldiging was eene herhaalde optelling. De deeling geschiedde langs twee wegen, eens zooals nu nog, en dan door de deeler zoolang met een zeker getal te vermenigvuldigen tot dat men het deeltal verkreeg. Een groot aantal vraagstukken is gewijd aan de oplossing van vergelijkingen van den eersten graad, tevens wordt daarin de zoo genaamde Seqemrekening behandeld. Daaronder wordt de bewerking verstaan waardoor men, door optelling van veelvouden van een breuk bij die breuk de eenheid verkrijgt; ook het gelijknamig maken van breuken behoorde tot die berekening. De figuren der vlakke meetkunde in het papyrus Rhind hebben betrekking op gelijkbeenige driehoeken, trapezia, kwadraten en cirkels.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 78