84 Behalve voor de belasting moesten ook door meting de grenzen der perceelen hersteld worden, wanneer die door de jaarlijksche overstrooming van den Nijl verdwenen waren. Als grensteekens bezigde men gewoonlijk natuurlijke teekens (boomen, beken, greppels) of kunstmatige (muren, zuilen) en in sommige gevallen steenen grenspalen. Zoo richtte Sesostris III aan de Z.grens van het rijk bij de dorpen Semne en Kumne een grens zuil op, evenzoo Thutmosis III bij de stad Nti aan den boven- Euphraat. Eene geregelde verzekering door middel van grenssteenen dateert echter eerst uit den tijd der Romeinsche keizers. Reeds in voorhistorische tijden moeten in Egypte kaarten ver vaardigd zijn, zij zagen er echter geheel anders uit dan wat wij onder kaarten (plans) verstaan. Meestal waren het slechts schets- teekeningen, hoegenaamd geen maat houdende, waarop de afmetingen in ellen, palmen vingers (duimen) vermeld stonden. Zij konden echter niet gekaarteerd worden, daar zooals reeds vroeger werd vermeld slechts de omtrek der perceelen was gemeten. Enkele nog bestaande kaarten doen ons zien dat de Egyptenaren twee soorten vervaardigden n.m. kaarten van gebouwen, en kaarten van meer uitgebreide terreinen. De noordrichting bevond zich steeds aan den rechterkant. Van beide soorten bevinden zich nog exemplaren in het museum te Turijn, het eene voorstellende het graf van Ramses IV, een ander onder koning Sethi I vervaardigd, hetwelk het eerst door Lepsius in 1842 werd bekend gemaakt. Het stelt eene kaart voor van een berg achtig terrein doorsneden door wegen, die naar verhouding veel te breed zijn voorgesteld. De gebouwen en wegen daarop zijn rood gekleurd met uitzondering van twee, die eene bruinachtige kleur hebben, het water is groen, een afgrond donkerbruin, de bergen donkerrood met zwarte omtreklijnen, het noorden ligt als gewoonlijk rechts, af metingen komen niet op deze kaart voor. Het is begrijpelijk dat in een land waar de grond zulk eene hooge waarde had als in Egypte, ook voor de verzekering van het grond bezit moest worden zorg gedragen. Ten einde verloren grenssteenen te kunnen terugvinden mat men de lengte der grondstukken van steen tot steen, tevens teekende men de bezitters, eigenaren en aangrenzende eigenaren der ver-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1896 | | pagina 84