101
voldoende daar een steenen pijler te plaatsen; op enkele dier punten
was het noodig houten signalen te bouwen. Van deze laatste is
het hoogste dat in het punt Klifsberg, waar de opstelling van den
theodoliet op 14 meter boven den grond is gelegen.
Alle punten, waar hoekmetingen worden gedaan, of waar helio
tropen worden geplaatst, worden aangewezen door bronzen bouten
met fijne boringen, waarboven de instrumenten centrisch zijn op
te stellen.
Behalve deze bouten worden er in de gebouwen, welke als drie-
hoekspunt gebruikt worden, nog andere merken gesteld, waarvan
ée'n zoo dicht mogelijk bij den grond, en waar geen gebouw aan
wezig is, worden merken in steenen onder den grond aangebracht.
De onderlinge richtingen en afstanden van al deze punten op een
station worden nauwkeurig bepaald om daardoor het gevaar voor
totaal verlies van een driehoekspunt tot een minimum te brengen.
Als instrumenten voor de hoekmetingen worden theodolieten van
eenvoudigen vorm gebruikt; zij zijn op eene enkele uitzondering na
uitsluitend ingericht voor het meten van horizontale hoeken.
De verstelbare cirkelranden zijn verdeeld van 5' tot 5' en worden
afgelezen met micrometrische microscopen, welke op den trommel
1" aangeven en de schatting van 0", 1 toelaten.
Zij zijn al naar den aard van de metingen, welke ermede gedaan
worden van verschillende afmetingen; hunne cirkelranden hebben
diameters van 35 c.M., 21 c.M. en 14 c.M.; de overige afmetingen
verhouden zich ongeveer als deze getallen.
Voor de verkenning zijn bijzonder handige en toch vrij nauw
keurige instrumentjes met cirkelranden van 9 c M. diameter in
gebruik.
De groote waarde van een theodoliet als meetwerktuig is behalve
in den stabielen bouw, gelegen in de nauwkeurigheid van de rand-
verdeeling en van de micrometerschroeven in de microscopen. Alle
instrumenten werden dan ook voor hunne aanneming in dit opzicht
aan een onderzoek onderworpen. Enkele malen bleek daarbij dat
de vervaardiger Jul. YVanschaff te Berlijn minder ge
lukkig was bij de eerste aflevering, doch hij wist steeds zijn werk
te verbeteren.
De randverdeelingen, zooals die thans in het bezit van de Com-