103 De middelbare fout in de enkele instelling als voren, dus in het gemiddelde van vier micrometeraflezingen, voor zoover die afhangt van de fouten van de micrometerschroeven, bedraagt dooreengenomen ongeveer 0", 15 Alle metingen voor het hoofdnet geschieden op heliotrooplicht en met de 35 cM. theodolieten; de daarbij gevolgde methode is die van den generaal Schreiber, zooals die in hoofdzaak is beschreven in het Zeitschrift für Vermessungswesen van 1878 1). Voor ieder station wordt bij de vereffening der waarnemingen ook de middelbare fout in het resultaat berekend; uit de gezamenlijke waarnemingen, welke tot nu toe voltooid zijn, volgt op deze wijze voor de middelbare fout in eene gemeten richting van het net: 0",21 2). Een andere maatstaf voor het beoordeelen der nauwkeurigheid is het bedrag van deze zelfde middelbare fout uit de sluitfouten der driehoeken volgens de benaderingsformule van de internationale aard meting 3). Daarvoor zijn thans de sluitfouten van 51 hoofddriehoeken volgens voorloopige berekeningen bekend en deze leveren voor de genoemde middelbare fout een bedrag van 0",27. Vergelijkt men dit bedrag met de bovenvermelde waarde, dan wijst het geringe verschil van deze beide cijfers op de afwezigheid van systematische fouten van eenig belang. Ook de vergelijking met de uitkomsten, welke in den nieuweren tijd in andere landen zijn verkregen, kan dit cijfer doorstaan. De middelbare waarde ervan voor de gezamenlijke driehoeken van de internationale aardmeting bedraagt 0",85, en het gunstigste cijfer hiervoor verkregen bij een net van eenige uitgebreidheid is 0",23 en wel bij de zuidelijke aansluiting van Pruisen aan ons land. In direct verband met de driehoeksmeting zullen in ons land op vijftien punten bepalingen van breedte en azimuth plaats hebben. Schreiber. Ueber die Anordnung von Horizontalwinkel-Beobachtungen auf der Station. 2) Afgeleid uit de fouten v volgens de notatie van Schreiber. A2 1 1 As 3) m V voor een hoek, dus m v voor eene rich- o n 2 3 n ting, wanneer A de sluitfouten zijn en n het aantal driehoeken voorstelt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1897 | | pagina 107