116
was, zoude de eigenaar de aldus vastgestelde grenzen kunnen doen
opmeten, ten einde eene kaart aan het delimitatie-contract te kunnen
vasthechten.
Het zou ons niet verwonderen dat de Minister bij de audiëntie dit
terrein spoedig verliet, omdat Z. E. gevoelde zich te bevinden op een
hellend vlak, waarlangs men met groote snelheid afglijdt naar een
kadaster met bewijskracht.
Het denkbeeld toch komt hierop neer, dat door eigen initiatief
de eigenaar zou inhalen, wat de Staat had verzuimd. Men ziet
gemakkelijk in, hoe moeilijk of onmogelijk dit zou zijn, zooals ook
blijkt uit dé uitvoerige mededeelingen van Noizet.
Worden de eigenaars door een Rijks-landmeter opgeroepen om
gezamenlijk hunne grenzen vast te stellen en aan te wijzen, dan zijn
zij of worden zij gemakkelijk overtuigd, dat het hun eigen belang
geldt, dat de landmeter belangeloos staat tusschen de partijen. Een
gelijksoortige uitnoodiging door een hunner wekt wantrouwen.
De meting op verzoek en ten koste van een particulier verricht,
kan moeilijk bindend zijn voor de buren en hunne rechtsopvolgers;
aan de kadastrale kaart en de meetcijfers, waaruit zij is opgebouwd,
kan de kracht van authentiek geschrift verleend worden. Daarbij
kunnen de rechtsgevolgen van eenzijdige delimitaties worden geregeld;
weigert daarentegen bij particuliere delimitatie een der buren mede
te werken, dan komt zij te zijnen opzichte niet tot stand.
Geïsoleerde delimitaties en metingen voor eiken eigenaar afzonderlijk
kosten niet alleen vele malen meer dan gezamenlijke, doch hebben
ook geen voldoend verband, kunnen niet bijgehouden worden, zijn
dus niet duurzaam. Een goede perceelmeting toch behoort verbonden
te worden aan eene driehoeksmeting met hoekpunten, welke duurzaam
verzekerd zijn. Wordt dit voor geïsoleerde metingen nagelaten, dan
zal, vooral bij kleine perceelen, na terreinsverandering en grensver-
schuiving het verband tusschen kaartje en terrein dra te vaag worden
om nog met zekerheid een grens te kunnen aanwijzen.
Het geldt hier bovendien niet enkel het belang van bepaalde
personen, doch ook van onbekende toekomstige verkrijgers, het geldt
eene algemeene vermeerdering van rechtszekerheid, dus een algemeen
belang, welks behartiging te meer ligt op den weg des Staats, wijl
deze toch millioenen moet besteden aan de geleidelijke vernieuwing