DE TORRENS-WET IN ALGERIË
Den 16den Februari 1897 kondigde de fransche regeering de wet
op onroerende goederen in Algerië af, waarvan de voornaamste
bepalingen luiden als volgt:
De titels, door de administratie der domeinen afgegeven naar
aanleiding van de procedure in deze wet voorgeschreven, verzekeren
ten aanzien van een ieder, den eigendom aan de houders van die
titels; alle zakelijke rechten, welke niet behoorlijk gehandhaafd zijn
tijdens die procedure, zijn onherroepelijk vervallen, onverschillig
welke de aard en de datum zijn der akte, waarbij zij worden
geconstateerd.
Ieder eigenaar of verkrijger kan het initiatief nemen voor de
procedure volgens deze wet, ten einde bedoelden titel te verkrijgen.
Hij wendt zich daartoe tot de aangewezen overheid met een verzoek,
waarin het onroerend goed zoo nauwkeurig mogelijk wordt omschreven.
Binnen dertig dagen daarna begeeft zich een ambtenaar naar het
terrein om over te gaan tot de afbakening van het goed en tot de
opmaking van een kaart, indien zulks nog niet heeft plaats gehad.
De datum, waarop zulks zal plaats hebben wordt minstens 20 dagen
vooraf bekend gemaakt o. a. in het officiëele dagblad van Algerië,
verder door publicaties in het fransch en in het arabisch op markt
plaatsen, aan het gemeentehuis en overal elders, waar zulks noodig
zal zijn.
Op dezelfde wijze wordt ter algemeene kennis gebracht de neder-
legging ter gemeente-secretarie van het proces-verbaal door bedoelden
ambtenaar opgemaakt, en waarin ook zijn opgenomen de meeningen,
beweringen, getuigenissen van allen die eenig recht op het onroerend
goed meenen te hebben.
Zoo noodig volgt een tweede plaatsopneming.