133 als comité d? enquête aan, onder voorzitterschap van E. Cheysson, inspecteur général des Ponts et chaussées. De voornaamste rap porten werden uitgebracht door P. Debray, ingénieur des Ponts en chaussées en Ch. Lallemand, ingenieur en chef du Service du nivellement. Door tusschenkonist van de Regeering werd bovendien in elk departement een comité gevormd bestaande uit enkele hoofdambte naren van de directe belastingen, de „service des Ponts et chaussées", de „service vicinal" (samen ten onzent waterstaatsdienst) en een landmeter. Deze departementale comités werden belast met het onderzoek in loco naar de waarde van het bestaande kadaster overeenkomstig de uitvoerige voorschriften door het comité d'enquête gegeven. De opmaking van dat kadaster begon in 1806 naar de voorschriften verzameld in het bekende Recueil methodique; dit werd in 1827 vervangen door eene instructie, waarbij de organisitie van het per soneel verbeterd en verdeeling van arbeid toegepast werd. In 1851 was het kadaster nagenoeg voltooid, de in latere jaren uitgevoerde kadastrale metingen betroffen vernieuwing op kosten der gemeenten en beperkten zich overigens in hoofdzaak tot de geannexeerde departementen (Savoye). Elk departementaal comité had nu met veel zorg twee gemeenten uit te zoeken, waarvan de een vóór 1827, de andere na dit jaar gekadastreerd was en die zoo na mogelijk als type voor het depar tement konden gelden. In elk dier gemeenten koos men, na een algemeen onderzoek van het terrein, een of meer gedeelten (zones) uit, met een oppervlakte van ongeveer 100 ha. die zich in elk opzicht onder gemiddelde omstandigheden bevonden, om te dienen als veld van onderzoek voor vergelijking met de kadastrale kaart. Door meting en kaarteering op een kopie van de kadastrale kaart werden voor deze gedeelten bepaald: 1°. de wijzigingen in de parcellaire indeeling sinds de opmaking van het kadaster. 2°. de afwijkingen die nog bestaande grenzen vertoonen met die op het kadastrale plan. Het onderzoek strekte zich uit over 173 gemeenten, en hoewel de oppervlakte van de onderzochte terreinen samen slechts het 1/3ooo

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1897 | | pagina 139