13
47 137,52
402,00
53 004,17
403,50
56 736,68
2 571,00
54 694,64
4 912,00
f 43 100,00
46 735,52
52 600,67
54 165,68
49 782,64
f 246 384,51
komsten uit het particulier werk, een der aanleidingen is tot de ontworpen
regeling.
Om zonder schokken en met behartiging van al wat de billijkheid kan
vorderen uit den bestaanden toestand tot een beteren te geraken, zouden dus
behalve de vaste vergoedingen in de Memorie van Toelichtingen om
schreven, namelijk f 100 voor een landmeter der lste klasse, f 75 voor een
landmeter der 2de klasse, en f 50 voor een landmeter der 3de klasse uit
de opbrengst van het particulier werk nog de volgende bedragen dienen te
worden te goed gedaan:
aan de:
25 jongste lste klasse a f 200 f 5 000,00
25 2de 200 5 000,00
48 oudste 3de 100 4 800,00
f 14 800,00
en personeele toelagen van de landmeters voor hetgeen zij
door de nieuwe regeling meer dan f 100 in inkomsten of
in vooruitzichten verliezen, met een maximum van f 300
geraamd op7 000,00
Totaal 21 800,00
In het Voorloopig Verslag wordt de door de landmeters genoten opbrengst
van het particulier werk in de laatste jaren gesteld op f 58 000.
Dit cijfer is zeer zeker te hoog. Van de werkelijke opbrengst van het
particulier werk moet worden afgetrokken hetgeen daarvan genoten is door
boekhouders voor den kantoordienst, die niet in de reorganisatie begrepen zijn.
De opbrengst was:
in 1891
1892.
genoten door boekhouders
genoten door landmeters
in 1893
genoten door boekhouders
genoten door landmeters
in 1894
genoten door boekhouders
genoten door landmeters
in 1895
genoten door boekhouders
genoten door landmeters
Totaal in 5 jaren
of gemiddeld per jaar 49 276,90