136
de ossen aan de helsche goden als zoenoffer ten deel vallen. De
Etruskische wet drukte zich aldus uitWie den grenssteen aangeraakt
of verplaatst heeft, zal door de goden gestraft worden; zijn huis
zal verwoest worden, zijn stam uitsterven, zijn grond zal geen vruchten
meer voortbrengen, hagel, vuur en ziekte zullen zijn oogst vernietigen,
zijn leden zullen door zweren bedekt worden en verteren. x)
Het bijgeloof verdween, maar de hebzucht van den mensch, die
een begeerig oog slaat op den akker van zijn buurman, werd door
de toenemende waarde ervan verscherpt. Om die hebzucht binnen
de perken te houden, zocht en vond de beschaafde mensch meer
beschaafde middelen dan den heiden ten dienste stonden. Tot die
middelen behooren:
1°. de getuigen of geheime teekens, onder of nabij den grenssteen,
zoodat de juiste plaats ook na verdwijning kan teruggevonden worden.
2°. de onafgebroken afbakening of afsluiting door heggen, rasteringen,
muren, slooten, enz.
3°. de plaatsbepaling door meting.
Ten einde een goed overzicht te verkrijgen van den aard der
afbakening der eigendomsgrenzen richtte het comité d'enquête een
reeks van vragen aan de bovengenoemde departementale comités,s)
die weer inlichtingen vroegen aan de burgemeesters; deze wendden
zich tot den notaris of den landmeter en zoo kreeg men bij be
nadering een overzicht van den toestand.
Uit dat onderzoek bleek dat de grenzen van bijna een derde
gedeelte (31 °/o) van de eigendomsperceelen en der oppervlakte
bepaald zijn door grenssteenen (bornage discontinu), dat 25 dier
perceelen, omvattende 32 van het oppervlak voorzien is van
onafgebroken afbakening of afsluiting (bornage continu) en dat de
eigendomsgrenzen van niet minder dan 44 °/0 der perceelen of 37 °/o
van het oppervlak in het geheel niet of niet aan alle zijden door
bepaalde vaste teekens aangeduid zijn (propriétés dépourvues de
toute bornage). Onder de laatste categorie vallen V10 der terreinen
van de beste qualiteit, 1/5 gedeelte der wei- en hooilanden (prés), Vs
der bouwlanden, wijngaarden, bosschen en wegen, 3/5 van de on-
Fustel de Coulanges, La Cité antique, p 71, 72, 73.
J) Procès-verbaux, fase. 4, p. XVII.