18
lende regelingen meer cijfers zijn gegeven en deze nader zijn uitgewerkt,
heeft de Minister in het Antwoord toch daaromtrent het stilzwijgen bewaard.
Dit doet mij leed, omdat ik zoo gaarne officieel had vernomen of hetgeen
door de landmeters, ook uit een financieel oogpunt, als 't beste werd geken
merkt, juist was.
Indien Zijne Excellentie, die bedoelde brochure ook heeft ontvangen en
natuurlijk gelezen en nagegaan, alsnog daaromtrent eenige mededeelingen zou
kunnen en willen doen, dan zou ik dat in het belang der betrokken personen
ten zeerste op prijs stellen.
Mijnheer de Voorzitter Mijne tweede opmerking betreft 's Ministers oordeel
omtrent het particulier werk, waaromtrent Zijne Excellentie op bladzijde 10
en II der Memorie van Beantwoording schrijft:
„Het is noodig in het oog te houden dat de landmeters op den duur geen
recht kunnen doen gelden op de geheele opbrengst van het particulier werk
dat die inkomsten moeten beschouwd worden als voortvloeiende uit eene
vergunning, die te allen tijde kan ophouden, wanneer 's lands belang dit
eischt of het belang van het publiek die niet meer noodig mocht maken".
Mijnheer de Voorzitter! De opheffing van die vergunning eischt 's lands
belang nooit en in het stijgend publiek belang ligt en zal steeds blijven
liggen de raison d'être van het particulier werk.
Te recht wordt, naar aanleiding van gelijksoortige opmerkingen, in de
Memorie van Toelichting gezegd in de straks vermelde brochure Toelichting
en becijferingen enz. (blz. 4 en 5):
„Ook al stonden het publiek overal deskundigen, even ervaren als de
landmeters van het kadaster" ten dienste, zou dit aan het particulier werk
dier landmeters weinig afbreuk doen. Wat het publiek behoeft zijn officieele
opgaven: nieuwe kadastrale nummers voor hypotheekstelling of royement,
uitzetting van grenzen op het terrein naar de gegevens van het kadastraal
archief, opmeting van nieuwe eigendomsgrenzen vóór de opmaking van het
transport, zoodat de overschrijving van het onroerend goed in de akte steunt
op de voorafgegane meting en aan deze meting bewijskracht geeft. Door de
toepassing bij het kadaster wordt dat verband voor alle tijden bestendigd in
dien zin, dat de meetcijfers, welke de nieuwe grens bepalen, steeds in het
kadastraal archief kunnen teruggevonden worden. De voor dat alles noodige
gegevens kunnen alleen door ambtenaren van het kadaster worden verstrekt,
even als andere opgaven in verband met vestiging of doorhaling van hypo
theek alleen door hypotheekbewaarders, onverschillig of er andere personen
aanwezig zijn, „even ervaren" als zij.
„Strekt dus eenerzijds het particulier werk om de rechtszekerheid van den
grondeigendom te vergrooten, zoodat afschaffing er van voor het algemeen
belang eene ramp zou zijn, anderzijds wordt de Staat bevoordeeld doordien
dat werk tevens dient tot bijhouding van het kadaster en het ongetwijfeld