27
boven als door een tooverslag, zelden of nooit zag ik tot ondersteuning van
een amendement zoovele handen zich verheffen, en alsof dat nog niet genoeg
ware, heeft de heer Mutsaers nog eene warme rede gehouden tot aan
beveling.
Wat zullen wij daarover nu gaan twisten? Moet het traktement van iemand
zijn a guldens of a guldens plus f 25 De een zegt a is goed, de ander
weder a plus f 25 is beter. Ik hoor daar zeggen: deel het verschil, dan is
het f 12,50. Neen, dat doen wij in zulke zaken niet, wij krijgen dan zulke
rare cijfers.
De kamer is er van overtuigd dat de Minister zijnen ambtenaren een goed
hart toedraagt, doch het blijkt dat het hart van de Kamer beter is, zelfs het
beste, al is het in het gebruik niet het goedkoopste. Daar ik geen kans zie
om te demonstreeren dat f 25 of f 50 minder dan de geachte afgevaardigde
voorstelt juist precies goed is, dat er bij hetgeen ik voorstelde absoluut niets
bij kan, en daar zulk een betoog noodig zou zijn waar zooveel handen als
bij tooverslag in de hoogte gingen, geloof ik niet beter te kunnen doen dan
het amendement, dat m. i. is te beschouwen als eene uiting dat in een of
anderen vorm f 25 of f 50 'sjaars gewone toelage aan sommigen meer moet
worden gegeven, over te nemen. Daardoor bespaar ik mij zelf het verdriet
van te bestrijden wat een groot gedeelte van de Kamer heeft toegedacht aan
de ambtenaren, die onder mijn Departement ressorteeren en wier diensten
jegens het land en het publiek ik ten zeerste apprecieer. Het zou mij zeer
hard vallen te moeten bestrijden wat in hun belang wordt voorgesteld.
De Regeering verklaart dus het amendement over te nemen.
De Voorzitter: Daar de Regeering verklaard heeft het amendement van
den heer Smeen ge over te nemen, maakt dit geen afzonderlijk onderwerp
van beraadslaging meer uit.
Wenscht de Commissie van Rapporteurs haar oordeel over de wijziging
der Regeering mede te deelen?
De heer van Karnebeek, lid der Commissie van Rapporteurs, het woord
verkregen hebbende om, namens deze, haar oordeel over de Regeeringswijzi-
ging mede te deelen, zegt: Mijnheer de Voorzitter! De meening van een deel
der Commissie van Rapporteurs omtrent deze wijziging is reeds bekend door
de redevoering van den heer S m e e n g e. Omtrent de meening van het andere
deel der Commissie van Rapporteurs kan ik verklaren, dat er tegen de
wijziging, die de Regeering in hare voordracht heeft gebracht, geen over
wegend bezwaar bestaat.
De heer Smeenge: Mijnheer de Voorzitter! Gelukkig behoef ik weinig
meer te zeggen, ja, ware het niet dat ik met het oog op het groote belang,