EERSTE KAMER.
Voorloopig Verslag.
Eenige leden konden zich vereenigen met de voorstellen tot regeling van
de inkomsten der landmeters van het kadaster. Zij merkten echter op,
dat bij de ontworpen regeling eene onbillijkheid blijft bestaan ten opzichte
van die landmeters, die tot dusver een voordeelige standplaats hadden. Voor
dezen is een bijslag van ƒ100 te gering.
Eenige leden, erkennende de onregelmatigheid dat de landmeters ook door
particulieren werden betaald, zagen echter niet voorbij, dat nu een prikkel
wordt weggenomen; zij vertrouwden niettemin, dat die prikkel voor een
behoorlijke vervulling der taak onnoodig zal blijken.
Memorie van Antwoord.
De landmeters die tot heden eene voordeelige standplaats hadden,
krijgen, naar de ontworpen regeling, toelagen boven de algemeene toelage
van 100.
Zoo sommigen van de oudsten iets achteruitgaan in inkomsten, wordt dat
ruimschoots opgewogen door de zekerheid, dat eene verplaatsing geen terug
gang van inkomsten kan ten gevolge hebben en door recht op hooger pensioen.
Ook na de voorgenomen wijziging met betrekking tot de opbrengst van
het werk door de landmeters voor particulieren verricht, zal er voldoende
prikkel zijn voor de behoorlijke vervulling van dat gedeelte der taak van
bedoelde ambtenaren.