44
weggenomen, doch wel zag ik gaarne eenvoudige maatregelen toe
gepast om het kwaad, dat zij kunnen stichten, tot een minimum te
beperken.
Hun bestaan en voortbestaan in het oude kadaster is in mijn oog
een noodzakelijk kwaad, waaraan echter ook eene lichtzijde is ver
bonden. Immers ze zijn altijd geweest en ze zijn nog de grootste
kadastrale zondebokken en als zoodanig onmisbaar. Juist omdat zij
ongenommerd zijn en onbegrensd, kunnen de landmeters, die bij de
toepassingen der metingen zoo herhaaldelijk met tegenstrijdige
gegevens moeten werken, op hen de meest hinderlijke en niet te
verbeteren fouten, zonder bezwaar voor de boekhouding, overbrengen-
zeer ten bate van de aanliggende perceelen, waarvoor eene juiste
afbeelding van zooveel grooter waarde is.
Maar deze algemeene beschouwingen voorloopig daargelaten; is
het nommeren en behoorlijk op naam stellen der ongenommerde
zaken wel uitvoerbaar zonder ons een ontzaglijk werk op den hals
te halen? Laten we eens nagaan.
Zij zijn (in vele gevallen) „vaag en onbegrensd" en dus in ver
band met art. 47 I. K., waarbij een kadastraal perceel gedefinieerd
wordt, als een terreingedeelte, dat bepaaldegrenzen heeft, niet
dadelijk voor nommering vatbaar.
Allereerst moet hen daarom een bepaalden vorm op de kaart
gegeven worden en daarbij stuiten we onmiddellijk op de onderling
zeer afwijkende voorstellingen, die van een weg of een water aan de
bladgrenzen op 2, soms op 3 bladen gegeven wordt. Uit die ver
schillende afbeeldingen moeten we een keuze doen of we dienen een
nieuwe teekening te maken (schetsen) door van elk der bladen de
oogenschijnlijk beste gegevens over te nemen en tot een geheel
saam te voegen.
Het aldus verkregen figuur kan dan worden genommerd. Maar
van af dit oogenblik houdt het op, in de kadastrale beteekenis van
het woord, een schets te zijn. Het is een kadastraal perceel geworden,
waarvan de inhoudsgrootte moet worden vastgesteld, de eigenaren
opgespoord en wat het grootste bezwaar zal opleveren, waaraan een
vaste plaats op een bepaald plan moet gegeven worden. Op 2
bladen tegelijk kan een zelfde gedeelte van een weg of water niet
meer worden afgebeeld, omdat de bladen niet volkomen juist aan