54 in hoofdzaak behoudt wat men heeft en het bedrag van het pensioen. Dit laatste is van te grooter belang naarmate men ouder is. Vijf en vijftig jaar zijnde, kan men reeds recht op pensioen doen gelden. Er was een punt van verschil dat tot oplossing moest worden gebracht. Er was te kiezen tusschen twee systemen, nl. het systeem van een vast getal landmeters van iedere klasse en het systeem van periodieke verhooging na een zeker getal dienstjaren. Uit dezen twee systemen moest een keuze gedaan worden; nu heb ik het eerste gekozen, maar en daar valle de aandacht wel op het getal landmeters dat in de hoogste klasse valt, is uitgebreid. Al was misschien de keuze tusschen twee systemen niet gemakkelijk, zij is gedaan en hare gevolgen zijn nedergelegd in de begrooting. Wanneer nu deze Kamer hare sanctie zal hebben gehecht aan de begrooting en deze tot wet zal zijn verheven, dan zal het gekozen systeem ten uitvoer moeten worden gebracht. De heer Geertsema zegt: later kan wel blijken dat sommige landmeters het toch niet tot de eerste klasse brengen. Gesteld nu dat het in de toekomst zoo eens uitkwam, dan zal men toch niet kunnen ontkennen dat de regeling in deze begrooting nedergelegd, voor die amhtenaren eene groote verbetering is geweest. Maar wat zal de toekomst leeren? Mijnheer de Voorzitter! Wij moeten het afwachten; pessimistische berekenin gen als hier ter sprake gebracht, worden dikwijls door de ondervinding gelogenstraft. Dat zal ook hier het geval kunnen zijn. Maar al komen bedoelde berekeningen uit, dan zal toch in aanmerking zijn te nemen, dat ook het gekozen systeem groote voordeelen heeft opgeleverd. De voorgenomen regeling is geen overgangsmaatregel. Mocht over vele jaren blijken, dat de regeling dan niet voldoet, dan doe mij opvolger evenals ik en als er eene koe bij de horens is te vatten, hij vatte die.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1897 | | pagina 56