Militaire Verkenningen De zakelijke rechten op onroerende goederen in Ned-Indië, tijdens de O. I. Compagnie. Vervolg van bl. 177 van den vorig en jaargang). De resolutie van Gouverneur-Generaal en Raden, van 15 September 1778, is voor ons onderwerp van belang genoeg om daarvan thans melding te maken. Zij heeft n. 1. betrekking op den staat der Jacatrasche leenlanden en de servituten, die daarop rustten. Men betoogt daarin de noodzakelijkheid om sommige te gelde te maken, terwijl men er tevens op uit was om middelen te bedenken, ter vermeerderinpf van de veiligheid der voorschreven landen, en of men de wegen niet beter zou kunnen of dienen te doen onderhouden. In verband daarmede werd bepaald: 1°. Alle servituten worden afgeschaft (later is deze bepaling opgeno men in het plakaat van 31 December 1778) uitgezonderd de ver plichting om een dag in de week heerendienst te verrichten, benevens de leverantie van padi (rijst) aan de Compagnie; Vervallen worden verklaard Het geven van buffels en karren tot transport van goederen, willekeurige oplegging van boeten, het nemen van geld van passanten, het vergen van particulier werk in dienst. 2°. Eene billijke belooning van den inlander zal plaats vinden door een ieder, die eenige diensten van hem begeert. Als uitvloeisel van bovengenoemde resolutie is het plakaat van 15 September 1778 te beschouwen waarbij besloten werd om de landen Tsampia en Tjimanak te verkoopen, terwijl de verkoop van Tjimboe- lang en Pajawangang of Sadang tot 1779 werd uitgesteld. Een tweede plakaat, van denzelfden datum, heeft betrekking op den afstand in eigendom van een stuk grond, (hieronder nader om- 7 o

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1897 | | pagina 59