78
voorzitter, den secretaris en den directeur van het Centraal-bureau te Potsdam,
dat in het vervolg met het bestuur der aardmeting belast zou zijn.
De voorzitter deelde mede dat reeds van verscheidene Regeeringen het
bericht was ontvangen van hunne toetreding tot de nieuwe conventie en dat
het zeer gegronde vooruitzicht bestond, dat de staten, die deel uitmaken
van de vroegere vereeniging, wellicht met uitzondering van een enkele, ook
de nieuwe conventie zouden aannemen.
Er werd verder besloten dat de permanente commissie en het nieuwe
bestuur tegen het einde van 1896 zich tot de verschillende Regeeringen
zouden richten, om haar mede te deelen dat de nieuwe conventie met 1
Januari 1897 van kracht werd. haar eene opgave te doen toekomen van het
bedrag der te betalen bijdragen, en haar uit te noodigen een lid aan te
wijzen voor de nieuwe consultative permanente commissie volgens art. 2 der
nieuwe conventie.
Door den directeur van het Centraal-bureau werd mededeeling gedaan van
de in het afgeloopen tijdvak volbrachte werkzaamheden, waarvan wij als de
voornaamste vermelden de voltooiing der berekening van de graadmeting
over de parallel van 52° van Warschau tot Valentia in Ierland, waaruit
blijkt dat de kromming van het aardoppervlak in de richting van die parallel
veel sterker is dan men uit de overige graadmetingen zou afleiden, zoodat
het vaste land van Europa eene zeer groote afwijking van de gemiddelde
oppervlakte der aarde vertoont.
Uitvoerig werden verder besproken de veranderingen in de richting der
aardas, zoowel de uitkomsten der tot nu toe verrichte waarnemingen, waaruit
men de beweging van de pool op het aardoppervlak heeft afgeleid, als de
richting der nog te volbrengen waarnemingen, waaruit men de beweging van
de pool met grooter juistheid hoopt te bepalen. Deze besprekingen waren
vooral van belang, daar een aantal leden der commissie voor graadmeting
in de verschillende landen van meening zijn dat diergelijke waarnemingen
volgens art. 6, no. 4 der nieuwe conventie door onze vereeniging voor graad
meting moeten volbracht worden.
Met het oog hierop was door het Centraal-bureau te Potsdam, een uit
voerig vergelijkend onderzoek ingesteld omtrent de gewone waarnemings
methode met het oog en die waarbij men zich van de photographie bediende.
In een op dit onderzoek gegrond verslag werd aan de gewone waarnemings
methode in alle opzichten de voorkeur gegeven en hoewel verschillende leden
met dit verslag instemden, werd toch besloten het onderzoek nog gedurende
eenigen tijd voort te zetten, ten einde bij de eindbeslissing de meest mogelijke
zekerheid te verkrijgen.
Ook werd van gedachte gewisseld over de keus der stations, waar men
eventueel de waarnemingen omtrent de veranderingen van de pool zou vol
brengen.