90
De werkelijkheid leert echter gansch wat anders; aan ieder die
iets van het kadaster weet, is bekend hoe het nog altijd zucht
onder de gevolgen van een oud Koninklijk besluit, dat hieronder
verkort volgt.
Dit K, B. van 1 Augustus 1828 N° 161 (Stbl-, N°. 52) werd
door den Staatsraad Gericke aan de Gouverneurs der Provinciën
in afschrift toegezonden als houdende: voorbereidende bepalingen
voor de invoering van het nieuw hypothecair stelsel"
De aanhef luidde:
Wij, Willem, enz.
overwegende dat reeds van nu af alle maatregelen behooren te
worden genomen, die strekken kunnen om, tijdens of dadelijk na
het in werking brengen der nieuwe wetboeken, de wetgeving op het
stuk der hypotheken te kunnen invoeren, en dat het te dien einde
noodzakelijk is, voorshands te regelen, al wat betrekkelijk is tot
de oprichting van kantoren ter bewaring der hypotheken en tot het
aanleggen en bijhouden van hypotheekregisters.
Art. 1enz.
Art. 3.
Voorbehoudens onze voorziening in bijzondere gevallen zal onder
de benaming van bewaarder der hypotheken en van het kadaster,
voor de waarneming van ieder kantoor, een ambtenaar der registratie
worden aangesteld, die blijken van bekwaamheid en een onberispelijk
gedrag zal hebben gegeven.
Art. 6.
De bewaarders zullen belast zijn:
3e. met het nauwkeurig houden der registers, plans en verdere
stukken ter voormelden einde vereischt.
4e. met de bewaring der kadastrale kaarten alphabetische lijsten
en aanwijzende tabellen daartoe betrekkelijk, welke te hunnen kantore
zullen zijn nedergelegd.
Alleen de artikelen, die op het kadaster eenigszins betrekking hebben,
zijn hier opgenomen; alle cursiveeringen zijn van mij.