93 met eenige kans van slagen, om aan het hoofd eener bewaring te staan, hoe goed hij daar ook op zijn plaats zoude zijn, wat de registratie-ambtenaren zeiven zullen erkennen de gedachte alleen is hun reeds een gruwel en moet vooral niet aangekweekt worden. Dat de werkzaamheden van den bewaarder, ten tijde dat het K. B. van 1828 in de wereld kwam en thans, geheel veranderd en gewijzigd zijn, is voor hem, dié maar eenigszins van het kadaster op de hoogte is, buiten kwestie. En hoe zou het ook anders? In 1828 bestond er eigenlijk geen kadaster; van organisatie was geen sprake; tal van gemeenten moesten nog opgemeten worden. Wat was intusschen de taak van den bewaarder? Wij zien daarvan eene omschrijving in art. 6 van meergemeld besluit, waar hij sub 3° belast is met het nauwkeurig houden der registers, plans en verdere stukken en sub 5° met het nagaan en bijhouden van alle veranderingen in de eigendommen, en de mede- deeling daarvan aan de ambtenaren met de bijhouding der kadastrale leggers belast. Bij art. 28 werd bepaald dat door het hoofdbestuur der registratie een landmeter zou worden aangewezen die ten kantore van den bewaarder de voorgevallen veranderingen zou opnemen, ter plaatse het noodige verrichten en later kaarten en tabellen bijwerken. Het bestuur erkent dus dat de bewaarder voor het hem bij art. 6 sub 3°, opgedragen werk niet berekend was. Zijne werkzaamheden werden alzoo van zeer passieven aard, want de bewaring der kaarten enz., sub 4° genoemd, zal ook wel niet veel drukten of moeiten veroorzaakt hebben en de activiteit treedt eigenlijk eerst te voorschijn sub 6°, waarbij dan nog de vraag is wie de bedoelde extracten moet maken. Of nu op deze wijze altijd voldoende en ten genoegen van het belanghebbend publiek werd gewerkt, is moeielijk meer na te gaan, doch deze toestand duurde voort tot in 1839. Toen, bij K. B. van 5 Maart, Stbl. N°. 37, werden de bewaringen van hypotheken en kadaster vereenigd en bij Ministrieele resolutie van 27 Maart d. a. v. 74 landmeters waarvan 34 voor kantoor- en 40 voor velddienst voor de bijhouding der kadastrale stukken aangesteld.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1897 | | pagina 97