94 In Arrondissements-hoofdplaatsen waren bijzondere bewaringen van het kadaster gevestigd geweest en de bewaarders, aan het hoofd daarvan geplaatst, moesten de onder hen berustende stukken aan de hypotheekbewaarders, tegen requ, doen toekomen. In de desbetreffende Ministrieele resolutie van 15 Maart 1839 wordt dit gelast bij 1 waaraan wordt toegevoegdde hypotheekbewaarders kunnen zich daaruit (dus uit die overgelegde stukken) voorloopig met de tegenwoordige inrichting van de bewaring des kadasters bekend maken(f) Blijkt uit een en ander dat de werkzaamheden van den hypotheek bewaarder voor zoover het kadaster betreft, althans tot Maart 1839, van nul en geener waarde konden heeten, te meer verbazing mag het wekken, dat nog in den tegenwoordigen tijd de beëedigde klerk, indien hij den hypotheekbewaarder vervangt, op grond van art. 17 van het K. B. van 1 Augustus 1828, alle zaken, die het kadaster betreffen, kan behandelen. 't Zij voor korteren of langeren tijd, wegens ziekte of voor ge noegen, de bewaarder vraagt eenvoudig verlof, en vermeldt dat gedurende zijne afwezigheid zijne werkzaamheden zullen verricht worden door zijn beëedigden klerk. De directeur der registratie of de Minister keuren het goed; aan den ingenieur verificateur van het kadaster wordt niets gevraagd; hem wordt alleen kennis gegeven van het feit en nu is de be- eedigde klerk fungeerend bewaarder. In die kwaliteit opent hij alle brieven, al blijkt ook duidelijk, dat zij geheel alleen kadasterzaken betreffen: hij beantwoordt ze, voor zooveel noodig eerst inlichtingen vragende aan den landmeter met de boekhouding belast; hij plaatst zijne handteekening, met of zonder voorafgaande beschouwingen op maandstaten, aanvragen om verlof, van particulier werk, enz. En nu is het wel waar dat er onder de beëedigde klerken per sonen zijn, die, door veeljarige ondervinding, of doordien zij vroeger bij het kadaster gewerkt hebben en ook door eigen studie, zich eenigszins op de hoogte kunnen rekenen van de loopende werkzaam heden, doch bij de uitvoering hunner gewone taak komen zij slechts zijdelings met het kadaster in aanraking en mag men gerust aan nemen dat zij met het administratieve en vooral technische gedeelte van het kadaster geheel onbekend zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1897 | | pagina 98