95
In het algemeen kan echter wel worden aangenomen, dat het
noordelijk en oostelijk gedeelte van de afdeeling Noorderdistricten
hoofdzakelijk door Boegineezen, doch het zuid- en zuidoostelijk ge
deelte van die afdeeling voornamelijk door Makassaren wordt bewoond.
De bevolking der afdeeling Makassar en der afdeeling Zuiderdis
tricten bestaat grootendeels uit Makassarcn terwijl, wat de afdeeling
Oosterdistricten betreft, in de onder-afdeelingen Balangnipa en Bikéroe
in hoofdzaak Boegineezen en in de onderafdeelingen Boelecomba en
Kadjang meerendeels Makassaren worden aangetroffen.
De Saleyereezen bewonen echter meer uitsluitend het eiland Saleyer
en de daaronder ressorteerende eilanden.
2°. Aan het feit, dat de verschillende afdeelingen op diverse tijden
onder ons gezag zijn gekomen, hetgeen natuurlijk veel invloed op
de zeden en gewoonten van de bevolking heeft uitgeoefend. Het
ligt toch voor de hand, dat de zeden en gebruiken van de bevolking,
wier landen meer dan een eeuw onder ons direct bestuur zijn
geweest, geleidelijk weg aanmerkelijke wijzigingen hebben ondergaan,
daarentegen in die landen waar de bevolking dat voorrecht nog niet
zoo lang deelachtig is meer ongeschonden bewaard zijn gebleven.
Over het algemeen genomen hecht de inlander, in dit gewest woon
achtig, weinig waarde aan de onbebouwde gronden, hetgeen niet
alleen blijkt uit de vrijgevige bepalingen, ter zake van de ontginning,
maar ook uit de wijze waarop die ontginning plaats heeft. In den
regel toch worden de woeste gronden een paar jaar in kuituur ge
bracht om daarna te worden verlaten, door welken roofbouw de
bosschen, die in de Gouvernementslanden toch al schaarsch zijn, natuur
lijk gaandeweg worden vernield.
Vermoedelijk zal die onverschilligheid wel daaraan te wijten zijn,
dat de onbebouwde gronden in dit Gouvernement, in vergelijking met
die in andere landen, (b.v. Sumatra en Borneo) zoo weinig voordeel
opleveren, en over het algemeen nog in zoo ruime mate voorhanden
zijn, dat in de naaste toekomst nog geen gebrek aan gronden voor
de ontginning te vreezen is.
Echter worden niet alle onbebouwde gronden tot ontginning of
andere doeleinden afgestaan. In den regel is dit niet het geval met
die gronden waar arènpalmen, wilde bamboe, alsmede deugdzaam