BERICHTEN.
Den 19den April 1899 overleed te Utrecht de heer A. C. L. W.
Treussart Ridder van Rappard, oud-hypotheekbewaarder te Breda
en den 14den te Dordrecht de heer J. G. Allaries, landmeter der
2e klasse van het kadaster aldaar. 1
Eervol ontslagen op hun verzoek de teekenaars van het kadaster
C. G. Richel te Dordrecht met 1 Juni en R. A. Rayman te
Roermond met 1 Juli 1899.
Benoemingen: bij K. B. van 27 Maart 1899 No. 7 met ingang
van 1 Mei d. a. v. tot boekhouder van het kadaster: de teekenaar
van het kadaster H. Tinkelenberg, wien Appingedam tot stand
plaats is aangewezen,
bij K. B. van 22 April 1899 No. 37 met ingang van 1 Mei
d. a. v. tot landmeter der 2e klasse van het kadaster L. J. Krook
te Sneek;
bij min. res. met ingang van 1 Juli 1899 tot teekenaar van
het kadaster: te Dordrecht H. van Dijk en te Utrecht D. A.
Constandse en R. Knaap.
Verplaatsingen: met 1 Juli 1899 de teekenaars H. J. Kwast en
A. J. H. Meyers te Utrecht, de eerste naar Amsterdam en de
laatste naar Roermond;
met 1 Aug. 1899 de landmeter van het kadaster voor de
kadastrale boekhouding A. P. L. Spuybroek van Almelo naar
Utrecht en de boekhouder van het kadaster P. van Stokrom van
Utrecht naar Almelo.