Das Vermessungswesen in Assyrien und Babylonien.
von K. Eiffler.
In den twaalfden jaargang van dit tijdschrift bl. 73 e. v. waren
wij in de gelegenheid aan de hand des heeren Eiffler een kijkje
te nemen bij de oude Egyptenaren, en ons te overtuigen van de
vergevorderde beschaving der oude bewoners van het Nijldal.
Thans willen wij opnieuw onzen vertrouwbaren gids volgen, om
een bezoek te brengen aan het eens zoo gunstig gelegen land
gevormd door den tweelingstroom Euphraat en Tigris, de woon
plaats der oude Assyriërs en Babyloniërs.
Wat de Nijl was voor Egypte waren deze beide stroomen voor
Assyrie en Babylonie.
Het noordelijk gebied, ongeveer tot het tegenwoordige Bagdad,
nu el Djesireh „het eiland" werd in de landstaal Assur of Assuri
geheeten, het middelste gedeelte, het latere Babylonië, vormde
vroeger het rijk der Summeriers en Akkadiers (vlakte- en berg
bewoners), het zuidelijke gedeelte was het rijk der Chaldeërs.
Leende zich de zanderige kleibodem van Babylonie het meest
tot den graanbouw; de wijnstok, olijf en vijgenboom gaven in
Assyrie rijke vruchten.
Al moge de beschaving dezer landen nimmer de hoogte van
die der Egyptenaren bereikt hebben, toch is zij van grootere
beteekenis voor de wereldgeschiedenis geweest.
Ten Oosten begrensd door het groote Indische rijk der Parthen
en Ariërs, ten Zuiden door het aan goud zoo rijke Arabie, en in
het Westen door Palestina, Phoenicie, Syrië en Klein-Azie, waren
de hoofdplaatsen Babel en Ninivc uit den aard der zaak aangewezen,
om als de meestbeduidende handelsplaatsen voor het transito
verkeer optetreden.