141
Iedere medeëigenaar kan echter de rooiing van zoodanige boomen
vorderen.
Art. 319. Hypotheek is het recht op eene onroerende zaak of op een
onroerend recht, strekkende om daarop eene schuld bij voorrang boven
andere schuldeischers te verhalen.
Art. 320. Voor hypotheek zijn alleen vatbaar:
4°. onroerende zaken;
2°. erfpacht;
3°. beklemming
4°. grondrente;
5°. het vruchtgebruik van onroerende zaken of rechten;
G°. de rechten op onroerende zaken, die bij het tweede lid van artikel
43 gehandhaafd zijn.
Art. 323. Hypotheek kan slechts verleend worden op bepaalde in de
akte of het vonnis aangewezen zaken.
Art. 324. Hypotheek is slechts van waarde, indien de som, waarvoor
zij verleend is, zeker in de akte of het vonnis uitgedrukt is.
Art. 325. Hypotheek kan verleend worden tot zekerheid van eene voor
waardelijke inschuld; van eene, wier bedrag onbepaald is; van de vorde
ringen, die uit een geopend crediet, uit een toevertrouwd geldelijk beheer
en, in het algemeen, uit eene bestaande rechtsbetrekking zullen kunnen
voortvloeien.
Zoodanige hypotheek geldt niet verder dan tot het beloop der som,
waarvoor zij is toegestaan.
Zij heeft rang van het tijdstip der overschrijving, onverschillig wanneer
de voorwaarde vervuld is, het bedrag der inschuld bepaald is geworden,
of de vordering is ontstaan.
Art. 326. Hypotheek kan verleend worden tot zekerheid van eene ver
bintenis aan order, mits deze bij dezelfde akte zij aangegaan, waarbij de
hypotheek wordt verleend.
In zoodanig geval oefent de geëndosseerde, tenzij het endossement
geschied is na den vervaldag, de rechten van hypotheekhouder uit, onaf
hankelijk van de verweringen, die de schuldenaar aan zijne bijzondere
rechtsbetrekking tot eenigen endossant kon ontleenen.
Ook deze hypotheek heeft rang van het tijdstip der overschrijving.