160 kleine lasten met groote krachten konden voortgetrokken worden, herschapen zijn in waterwegen langs welke dagelijks voor millioenen guldens aan handelswaren wordt vervoerd. Aanvankelijk van Boven Rijn, Waal en Mervvedes, later ook van andere rivieren, werden tusschen de jaren 1850 en 1875 de onregelmatigheden weggenomen door versmalling van de vakken die te breed waren, door verflauwing van te groote krommingen en door opruiming van eilanden of aanhechting daarvan aan een der oevers. In 1875 werd deze verbetering nog krachtiger ter hand genomen. Voor de even genoemde rivieren werd een, uit den waterafvoer en de benoodigde diepte afgeleide normale, zich van boven naar beneden flauw verwijdende breedte, vastgesteld. De boorden van dit normaaibed werden op de kaart getraceerd en daarnaar op het terrein overgebracht. Waar de rivier te breed was, werden van de oevers kribben uitgebouwd, zoodanig dat hunne koppen tot aan het vastgestelde normaaibed reikten. De rechte of gebogen lijnen, die de koppen der kribben aan denzelfden oever opvolgend ver binden, de normaallijnen, sluiten dus dat normaaibed in. De in 1875 aangenomen breedte werd op de Waal in 1889 nog met ongeveer 50 meter verminderd. Door ondervinding geleerd, werden de kribben niet meer in schuine richting, doch alle loodrecht op de normaallijn of waar deze gebogen is, loodrecht op de raaklijn aan den boog aan gelegd. Valt nu bij hoogen waterstand het water over de kribben heen, dan is de strooming van het overstortende water niet naar den oever gericht, doch het loopt daaraan ongeveer evenwijdig en, wijl de kribben regelmatig op afstanden van ongeveer 150 a 250 meter zijn aangebracht, stuit het over den eenen krib heen ge- gestroomde water telkens op een volgende. Zoo blijft, niet alleen wanneer de kribben boven water liggen, maar ook bij hoogen waterstand, de hoofdmassa van het rivierwater zich bewegen in de aangewezen bedding. Verdere bizonderheden omtrent deze werkzaamheden kunnen hier achterwege blijven, die behooren tehuis op waterstaatkundig gebied en vallen buiten het bestek van dit opstel. De vooraf gegane uitweiding had alleen ten doel, om duidelijk te maken, welk

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1899 | | pagina 164