166
voor aanwassen die, ontstaan voor 1 Mei 1809, thans nocr onbe-
heerd of niet gedurende den voor bezitsverjaring vereischten ter
mijn door iemand beheerd te zijn, mogen we stilzwijgend voor
bijgaan, die gevallen zullen zich nu wel niet meer voordoen.
Op 1 Mei 1809 werd hier te lande het Wetboek Napoléon
voor het Koningrijk Holland ingevoerd en daarmee werden te
gelijkertijd afgeschaft (Krachtens Kon. Besl. van 24 Febr. 1809)
„alle wetten en ordonnantiën, tot het burgerlijk regt betrekkelijk
en welke tot hiertoe in het Koningrijk of gedeelte er van, in
vigueur zijn geweest onder de benaming van placaten, publi
cation, enz."
Als gevolg van de inlijving bij Frankrijk werd dit speciale
Wetboek spoedig vervangen door den Code Napoléon, die weer
werd opgevolgd, op 1 October 1838, door het nog bestaande
Burgerlijk Wetboek.
Deze gebeurtenissen zijn alle voorgevallen in tijden waarin de
rivieren feitelijk in nagenoeg dezelfde omstandigheden verkeerden
als tijdens de uitvaardiging van het Geldersch Waterrecht, want
zooals we reeds opmerkten, bleef ondanks de Wet van 1806, de
feitelijke toestand van voorheen, onveranderd bestaan tot 1849.
De evengenoemde elkaar opvolgende wetboeken zijn slechts
phasen van de Fransche wetgeving, zoodat een korte beschouwing
der bepalingen van het bestaande B. W. hier voldoende is.
De voorschriften die direct ons onderwerp raken, zijn vervat in
de artt. 577, 578, 645 h 648, 651 en 652 B- W. De korte
inhoud van genoemde artikelen komt hierop neer, dat de bevaar
bare en vlotbare rivieren, met hunne beddingen en oevers, alsmede
de in die wateren opkomende eilanden en platen, den Staat toe-
behooren (behoudens rechten van derden), en dat de aanwassen
ontstaande aan het tegen de rivier gelegen land, behooren aan de
eigenaren dier landen.
Wel is waar zegt art. 651, dat die aanspoeling ten voordeele
komt van de eigenaars van den oever en is de vraag gerezen, of
de Staat, die volgens art. 577 eigenaar is van den oever, de eenige
rechthebbende op die aanspoelingen zou zijn, doch deze opvatting
wordt geheel buiten gesloten, zoowel door de geschiedenis van
dat artikel als door de redactie en moet dan ook, volgens arresten
1 o