173
Art. 60. Indien zulk eene rivier eene nieuwe bedding maakt, gaat het
recht op den door het water ingenomen grond voor den eigenaar verloren.
De Staat is verplicht hem schadeloos te stellen; het bedrag zal echter
niet hooger zijn dan de waarde der verlaten bedding.
Art. 61. Eene tijdelijke overstrooming of eene zoodanige, die het ver
dronken land niet inlijft bij het openbare water, doet den eigenaar zijn
eigendom niet verliezen.
Art. 62. Eilanden en platen, in de zee of in openbare rivieren, meeren
en andere wateren ontstaan, behooren den Staat.
Art. 79. De aanspoelingen of aanwassen, onder welken naam ook bekend,
aan de oevers van de zee of van openbare rivieren, meeren en andere
wateren behooren den eigenaar van den grond, waaraan de aanwas plaats heeft-
Dit geldt ook dan, als de grond aan de waterzijde eene door eenig
werk afgebakende grens heeft, of in de eigendomsbewijzen melding is
gemaakt van de hoegrootheid der landen.
Art. 80. Als aanwas wordt niet beschouwd het stuk grond, dat in eens
door het geweld van den stroom van het eene land afgescheurd en aan het
andere aangeworpen is.
De eigenaar heeft gedurende één jaar het recht om zulk een stuk grond
terug te nemenna verloop van dit jaar behoort het hem, aan wiens grond
het geworpen is.
Art. 81. Door oevers van rivieren worden verstaan de boorden der
bedding ter plaatse waar die op gewone tijden, als het water op het hoogst
is, door dat water worden overdekt, zonder dat het op den kant treedt.
Ter plaatse waar de glooiing zoo flauw is, dat het water bij den in het
voorgaande lid bedoelden stand zich buiten de bedding uitstrekt, wordt
als grenslijn van den oever aangemerkt de grens der regelmatige be
groeiing met gras, rijshout, riet of bies, ook al wordt alsdan het begroeide
land met water overdekt.
Zoover in de rivier vloedstroom gaat, loopt de oeverlijn langs de lijn
van laagwater, of zooveel meer landwaarts als de lijn der regelmatige
begroeiing zich bevindt, doch niet hooger dan de lijn van hoogwater.
Aan zee loopt de oeverlijn langs de grens van het strand.
Strand is de grond, die bij gewonen vloed met water overdekt wordt.
Misschien behoort art. 57 hierbij ook genoemd te worden,
doch uit de tegenstelling tusschen dit artikel en art. 59, waar
bepaaldelijk en alleen sprake is van openbare rivieren, en uit het