188 als ze eenmaal geheel tot land zijn geworden, meer millioenen guldens zal bedragen, dan nu tonnen gouds. Nemen we nu verder in aanmerking het groote belang 't welk het Waterstaatsbestuur er in de toekomst bij kan hebben, dat de Staat privaatrechtelijk eigenaar is van een strook grond ter weers zijden van het rivierbed en dat de kosten van het beheer der aanwassen reeds nu verre worden overtroffen door de jaarlijksche opbrengst, zou het dan wel van verstandige politiek getuigen wanneer het voordeel, gelegen in de sterke waardevermeerdering dier eigendommen, niet ten behoeve van den Staat werd gereseveerd? Moet niet veeleer het streven daarop gericht zijn, dat het den Staat mogelijk worde gemaakt datgene in bezit te nemen wat hem naar billijkheid toekomt en zulks te kunnen doen met het volle bewustzijn van daarmee te handelen strikt naar de eischen van rechtvaardigheid en wet, zonder de vrees zich te vergrijpen aan rechten van anderen? Als maatregel van orde zou dit zeker zeer gewenscht zijn. Doch niet alleen daarom. De tegenwoordige wettelijke regeling staat ook een behoorlijke exploitatie dier rijkseigendommen in den weg. De tak van dienst over deze privaatbezittingen van den Staat gesteld, tracht de aanwassen, die daarvoor vatbaar zijn of worden, te verhuren. Het is merkwaardig onder welke abnormale verhoudingen zulks dikwijls plaats heeft. Bij de eerste verpachtingen waren de pachtsommen vrij geregeld veel te hoog. De pachters maakten zich fantastische illusiën omtrent te verwachten landaanwinning en de opbrengst, of ze leefden in den waan dat die oppervlakten, zoo eigenaardig tusschen de uiterwaarden en de rivier gelegen, hun uit andere oorzaken voordeelig konden zijn. In beide gevallen kwamen ze bedrogen uit. Meer dan eens zag de Staat zich genoodzaakt die pacht te ontbinden lang voor het verstrijken van den pachttermijn. Van regelmatige cultiveering was hoogst zelden sprake. De perceelen die reeds gewassen voortbrachten werden maar al te dikwijls beschouwd als terrein, waarvan alleen door roofbouw eenig voordeel viel te behalen en ook werd niet zelden de hand

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1899 | | pagina 192