189 uitgestoken naar vruchten waarop de oeverlandeigenaar recht had of meende te hebben. Van Staatswege wordt zooveel mogelijk moeite gedaan om behoorlijke afscheiding tot stand te brengen tusschen de verpachte aanwassen en de particuliere oeverlanden, doch niet altijd blijkt dit uitvoerbaar te zijn. Als particulieren willen meewerken, ja dan marcheert alles best, doch als ze daarin nu eens geen zin hebben dan bevindt zich de Staat vrij nauwkeurig in 't geval bij 't oude Geldersch Waterrecht beschreven als „raaijing overlangs" waartoe de eene partij de andere niet kan verplichten. Alleen toen stond dit uitdrukkelijk beschreven, thans kunnen we vermoeden dat 't wel zoo zijn zal. Onder de werking van 't ontwerp voor een nieuw Burgerlijk Wetboek zal deze zaak ongeregeld blijven omdat art. 133, waarbij het plaatsen van grensteekenen, op vordering van een der partijen, verplichtend gesteld wordt, alleen slaat op zaken die privaatrechtelijk eigendom zijn van personen of lichamen. De Staat zal dus in dergelijke gevallen hebben te wachten tot het publiekrechtelijk eigendom door aanslibbing in de termen is gevallen van privaatrechtelijk beheer om dan tot de ontdekking te komen dat anderen vóór hem op verkenning uit waren en zich reeds meester voelen van het terrein. Door ervaring geleerd weten belanghebbenden nu dat zij, bij 't pachten van rijksaanwassen, groot gevaar loopen zich in een wespennest te steken en dit verklaart het verschijnsel dat thans menig perceel aanwassen öf in 't geheel niet of slechts voor veel te lagen prijs verpacht kan worden. Een eerste eisch om verpachting mogelijk te maken is, dat de Staat den huurder de grenzen van zijn pacht kan aanwijzen en die grenzen ook door anderen kan doen eerbiedigen. De gegeven beschouwingen loopen in hoofdzaak over de rechts verhoudingen tusschen den Staat en particulieren en dit was niet meer dan natuurlijk, omdat die van meer overwegend belang zijn dan die tusschen particulieren onderling, inzake ieders recht op aanwassen. Toch zijn deze niet geheel uitgesloten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1899 | | pagina 193