19
Aan de opdracht van de algemeene vergadering van 8 November
1897, om over het kadastrale vraagstuk de meening te vragen
van de vereeniging van ingenieurs-verificateur van het kadaster,
werd voldaan door middel van den open brief, welke in het tijd
schrift is opgenomen (Jaargang 1898 pag. 39 en volgende). Een
overdruk van dezen open brief, werd aangeboden aan den Minister
van Financiën, aan de leden van de Kamers der Staten-Generaal
die, bij de behandeling der Staatsbegrooting voor 1898, de in
voering van een kadaster met bewijskracht hebben besproken en
aan den Inspecteur van het kadaster aan het Departement van
financiën. Het antwoord op dien open brief is eveneens in het
tijdschrift opgenomen, en wel op pag. 179 van den loopenden
jaargang.
Overeenkomstig de opdracht van de laatste algemeene vergadering,
zijn, bij brief van 16 Mei 1898, de kwestie omtrent de verant
woordelijkheid voor werkzaamheden van ambtenaren en de aan
genomen motie (tijdschrift jaargang 14 pag. 90) onder de aandacht
van den Minister van financiën gebracht. Een overdruk der
voordracht van den heer de Haan en van het verslag der
beraadslagingen, werd bij dien brief overgelegd.
Door het bestuur werd een schriftelijke gelukwensch gebracht aan
de heeren E. P. van Steenbergen, Inspecteur van het kadaster
aan het Departement van financiën en W. F. Bruinier, Ingenieur-
Verificateur van het kadaster, bij gelegenheid van hun 50-jarig
en aan de heeren C. E. Last en H. Vriend, Ingenieurs-Verificateur
van het kadaster, bij gelegenheid van hun 40-jarig ambtenaars
jubileum. Deze wenschen werden met dankbetuigingen be
antwoord.
Getrouw aan zijn toezegging van het vorig jaar was de heer
van der Veur bereid aan de uitnoodiging hem door het bestuur
gedaan, gevolg te geven en het onderwerp„de regeling der ver
goeding van reis- en verblijfkosten aan de landmeters van het
kadaster,", ter bespreking op deze vergadering in te leiden.
De poging door de heeren A. G. Hessels en van der Veur
aangewend om de landmeters en adspirant-landmeters van het
kadaster, die niet bij de vereeniging zijn aangesloten, tot deel
neming aan den strijd voor kadastrale belangen op te wekken, had