196
Met I Mei 1900 zijn de navolgende landmeters van het kadaster
verplaatst: G. S. Neuteboom van Rotterdam naar Winschoten, (amb);
J. J. Roelofsen van Leiden naar Assen, (amb); J. L. de Lange
van Almelo naar Deventer, (vd); B. G. Deddes van Dordrecht
en C. A. Struyck van Arnhem naar Almelo, (amb); K. P. J. Oerder
van Alkmaar en C. L. Treffers van Brielle naar Arnhem, (amb);
F. Bos van Winschoten naar Nijmegen, (vd)A. S. Keurschot
van Goes en E. J. A. Weygers van Roermond naar Amsterdam,
(amb); J. W. H. Zeiler van 's Hertogenbosch naar Alkmaar, (vd);
K. Remmelts van Amsterdam naar Haarlem (amb.); J. Th. Hosang
van Deventer naar 's Gravenhage, (amb); C. A. M. Oosterman
van Heerenveen naar Brielle, (vd.); C. W. Hoffmann van Amsterdam
naar Leiden, (vd)J. D. Krijgsman van Rotterdam naar de divisie
Dordrecht, (amb); J. H. Raeven van's Gravenhage naar Roermond,
(amb); M. J. L. Vogel van Almelo naar 's Hertogenbosch, (vd)
en met 1 Februari 1900 J. A. Soer van 's Gravenhage en F. A.
L. Kater van Rotterdam naar Heerenveen, (amb).
De Minister van financiën heeft met ingang van 1 Januari 1900
benoemd tot adspirant-landmeter van het kadaster: H. F. van Riel
te Arnhem, G. E. Kater te Amsterdam, C. A. Feteris te Utrecht,
J. Zijlstra te Huizum, K. P. Westhoeve te Hoek van Holland,
G. W. van Dijk te Groningen, J. H. de Wal te Deventer, H. F.
C. Smeulders te Breda, P. C. T. Teebaal te 's Gravenhage, P. J.
ter Plegt te Warmenhuizen, M. A. Hollestelle te Goes, G. W.
Kloosterboer te Deventer, E. J. Roelofs te Reiderwolderpolder,
P. J. Hamelberg te Eijsden en J. C. Hoogenboom te's Hertogenbosch.
Nieuwe leden: F. A. L. Kater, landmeter van het Kadaster
te Rotterdam en J. F. A. van Riessen, id. te Arnhem.