Verslag van de 15de Jaarlijksche Algemeene Vergadering,
gehouden te Amsterdam op 13 November 1899.
De vergadering wordt bijgewoond door 48 leden: de heeren
Baning, Boer, van den Briel, Colpa, Deddes, P. van Dijk,
Geijl, Gombault, E. J. Griffijn, A. J. de Groot, H. P. de
Haan, W. J. de Haan, Hamelberg, van Hattum, van
Hernert tot Dingshof, Hengeveld, A. G. Hessels, Hoff
mann, J. Holthuizen, W. Holthuizen, Houben, Kalkman,
J. Kater, Kerkhoff, Keurschot, Kolkers, de Korver,
Lensink, Meijer, Mulder, A. C. Oosterman, Persoon,
Polée, Prins, Raeven, Remmelts, J. van der Rest, van
Riessen, Schregardus, Sillevis, Smeets, Stucki, van der
Veur, Vierkant, de Vos, de Vries, Vruggink en Wagemaker.
De Voorzitter, de heer Hoffmann, neemt te ongeveer HP/j uur
het woord.
Zijne openingsrede over afronding van eigendommen is in deze
aflevering opgenomen.
Alvorens over te gaan tot behandeling der agenda doet de
voorzitter mededeeling, dat is ingekomen een schrijven van den
heer Barenbroek, houdende kennisgeving, dat hij tot zijn leed
wezen is verhinderd de vergadering bij te wonen en leest hij een
schrijven voor van den heer J. T. Hessels, in antwoord op een
door het Bestuur aan hem gezonden telegram.
Voor de notulen der vorige algemeene vergadering wordt ver
wezen naar het daarvan in het Tijdschrift opgenomen verslag.