216
van dank in 't algemeen aan de leden voor hetgeen door hen In
't belang van de zaak is gedaan, en in 't bijzonder aan de Heeren
W. J. de Haan, de Vos en Boer, aan wier niet genoeg te
waardeeren ijver, werkzaamheid en toewijding het succes van het
Comité voornamelijk mag worden toegeschreven. {Applaus.)
De Voorzitter richt zich hierop tot het Comité met eene
hartelijke dankbetuiging voor de moeite en de inspanning, die
het zich heeft willen getroosten om het verkregen resultaat te
bereiken. Toejuiching
Ter beantwoordiging van de vraag van den heer van Hemert
of er een post op de begrooting behoort voor te komen ten
behoeve van een Comité voor ambtenaarsbelangen zegt de Voor
zitter dat het bestuur heeft overwogen of het wenschelijk is
daarvoor een permanent Comité in te stellen en stelt de vraag ot
de leden van oordeel zijn, dat daartoe behoort te worden besloten.
De heer van Hemert kan zich daar wel mee vereenigen maar
wenscht er de voorwaarde aan te verbinden dat een lid van het
bestuur zitting zal hebben in het Comité.
De heer Polée vraagt voor hoe lang de Comitéleden zullen
worden benoemd.
Den heer Gombault komt het beter voor geen permanent
Comité te hebben, daar dit zou kunnen komen te staan voor het
geval, dat er geen zaken te behandelen waren, en er dan het
gevaar zou ontstaan dat er naar gezocht werd, wat minder
wenschelijk is.
De heeren van Hemert en Polée vinden het wenschelijk, dat
wanneer de behoefte zich doet gevoelen, het bestuur een Comité
zal instellen en dat in dat geval de werkkring er van zal worden
geregeld. In dezen zin wordt door de vergadering besloten.
Bij punt g voert de heer A. J. de Groot aan dat naar. zijne
meening de heer Hoffmann dit jaar als bestuurslid zou moeten
aftreden, omdat deze anders 4 jaar zitting zou hebben, hetgeen
z. i. in strijd is met de statuten.
De Voorzitter zegt dat dit punt het vorige jaar is ter sprake