220 uit den boezem der ambtenaren zelf, doch een symptoom, waarvan de oorzaken niet zoo aan de oppervlakte liggen. Ook over de roeping der vereeniging tegenover misbruiken in eigen boezem wil spreker zijne meening zeggen. Hij heeft veel aan het vereenigingsleven meegedaan en daarbij opgemerkt, dat men in dat leven verschillende ontwikkelingsphasen kan ontdekken. Zoo zijn er vereenigingen, waarbij uitsluitend het eigenbelang de drijfveer is. Bij verdere ontwikkeling komt de solidariteit, het belang van de groep, meer op den voorgrond. Op hooger stand punt staan de vereenigingen, die het belang eener zaak, in casu het dienstvak, trachten te bevorderen, wat de behartiging van de materiëele belangen der leden niet behoeft in den weg te staan. Bij voortgaande ontwikkeling zoekt de vereeniging kracht in samen werking met andere vereenigingen, corporaties, overheden, enz. Dit alles betreft het werken naar buiten. Er zijn ook vereenigin gen, die tevens werken naar binnen, die een krachtigen band trachten te leggen tusschen de leden en de vereeniging, die niet schromen op misbruiken in eigen boezem niet slechts te wijzen maar ze te bestrijden en uit te roeien. Het artikel-Hoffmann was voor spreker eene proefneming hoever onze vereeniging op den weg der ontwikkeling was gevorderd, het protest eene teleurstelling. Overgaande tot de bespreking van het voorstel-Griffijn, toe gelicht door den heer Polée, zegt de heer Boer, dat het hem genoegen zou doen als twee personen werden gevonden die aan de redactie wilden meewerken. Andere personen hebben weer frissche krachten, nieuwe denkbeelden; men kan niet altijd op hetzelfde aambeeld slaan. Hierom zou hij gaarne zien, dat één of meer personen werden aangewezen, die méér konden zijn dan eene commissie van bijstand, die de taak van hem konden overnemen. De heer P. van Dijk brengt hulde aan den heer Boer voor het gesprokene en heeft met genoegen gehoord, dat hij niet met het bestuur heeft gesproken. Hij hoopt, dat de vergadering met algemeene stemmen zal uitmaken, dat zijne diensten zeer op prijs worden gesteld. Den heer Griffijn valt de gang der discussiën zeer tegen; hij had gewenscht, dat wat geschied is, niet meer ter sprake zou

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1899 | | pagina 224