S6 Ziekelijke appreciatie van de kunde van de ambtenaren van den eenen tak van dienst boven die van den anderen, waarvoor dezelfde of ongeveer gelijke exameneischen zijn gesteld, keur ik ten zeerste af en ik acht het dringend noodig dat er in de door mij gestelde gevallen meerdere gelijkheid in bezoldiging en in z.g. positie verkregen wordt; vooral behoort geen verschil te blijven bestaan tusschen hen die zich in hoofdzaak schrijf- en kantoor routine hebben eigen gemaakt en hen die een degelijk weten schappelijk examen achter den rug hebben niet alleen, maar bovendien zoodanige practische kennis moeten verkregen hebben, dat zij niet alleen op administratief, doch ook op technisch gebied zich kunnen bewegen en hunne wetenschappelijke kennis verder kunnen uitbreiden. Zoodanig verschil toch is een gevolg van ziekelijke ap- en depreciatie. De gevolgen blijven niet uit en de best bezoldigde ambtenaren worden dan ook in andere opzichten alweder in gunstiger om standigheden gebracht. De waarde van pen en papier van een hooger bezoldigd ambtenaar rijst dan boven die van den even bekwamen, doch minder be gunstigden. Aanzien en grootheid van eerstgenoemde vragen kostbaarder reisplannen en duurder voeding en zóó gaat men voort, tot men als van zelf uitroept, dat is toch al te mal! Zéér goed kan ik mij voorstellen dat de Regeering een hoofd ambtenaar, als gezaghebbend persoon, in de gelegenheid stelt om zich anders te bewegen dan zijne ondergeschikten en daarvoor zelfs in bijzonderheden de maatregelen treft. Het wil er bij mij echter niet in dat ambtenaren, die op grond van de eischen voor hunne wetenschappelijke bekwaamheden en algemeene ontwikkeling gelijk staan, of niet noemenswaardig ver schillen, niet volkomen gelijk zouden moeten behandeld worden waar het gaat om de vergoeding voor hunne diensten, of de voor den Staat gemaakte onkosten. In de Koninklijke besluiten van 5 Januari 1884 n°. 4 en 24 Februari 1898 n°. 56, tot regeling van het tarief van reis- en verblijfkosten, zijn aan de verschillende departementen, blijkbaar

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1899 | | pagina 36