41 Het is niet mijn plan om te veel in bijzonderheden te treden, doch ik kan met genoegen constateeren dat mijn chef nimmer moeilijkheden voor de reis- en verblijfkosten heeft opgeworpen, eerder het tegendeel. Van andere kantoren kan zulks misschien niet eens gezegd worden en wordt het geval dus ongunstiger. Toch is in Den Haag ook eene gedeclareerde uitgave van 1,00 per dag aan verblijfkosten niet altijd onbesproken gebleven en kan die dan ook gemiddeld wel op f 0,85 worden gesteld. Wanneer men dit bedrag vermeerdert met 0,50 voor slijtage en stelt op f 1,35, dan komt men tot de ontdekking dat een bode aan 's Ministers departement, reizende in de 5e klasse van het tarief, er op reis beter aan toe is dan een landmeter voor den velddienst. En nu terugkomende op mijne beschouwingen in den aanvang dezer inleiding gegeven, waar ik sprak over eenvoud en zuinigheid, kan ik bezwaarlijk medegaan met eene overdrijving die leiden moet tot eene gedwongen bekrompenheid, die zéér speciaal op de land meters van het kadaster wordt toegepast. De klassificeering volgens het Koninklijk besluit is goed of ze is het niet, en zoo ze het niet is, dan dient zij geivijzigd. Voor ik over verblijfkosten besluit, wensch ik nog even aan te stippen dat ik met allen ernst heb nagedacht over de gronden die tot eene uitzondering voor de landmeters hebben kunnen leiden, en dat ik vermeen te mogen aannemen dat die gronden er niet zijn en slechts de regels zijn aangehouden, die ook vóór het in werking treden van het Koninklijk besluit geldende waren. Ik kom te eer tot die conclusie, daar wij vroeger evenmin naar het Koninklijk besluit van 15 December 1849 No. 62 werden behandeld. Een te groot aantal reisdagen kan onmogelijk een afdoend ar gument zijn geweest, te meer nog daar andere ambtenaren, b.v. ijkers, ongeveer evenveel dagen op reis vertoevende als de land meters, naar tarief worden vergoed; ja zelfs hunne knechts. De bewering dat de vergoeding naar het tarief te hoog zou zijn, kan na al het reeds aangevoerde, voor den landmeter niet gelden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1899 | | pagina 41