54 verdeeld in tcekenaars le, 2e en 3® klasse; bij het Kon. Besl. van 11 Maart 1898 n°. 2 werd deze verdeeling opgeheven, om plaats te maken voor eene in ieder opzicht billijker, ofschoon nog veel te wenschen overlatende, rangregeling naar dienstjaren. De candidaat-teekenaar behoeft, om tot teekenaar te worden benoemd, aan geenerlei eischen in een examen programma om schreven te voldoen. Zoo was het eertijdszoo is het thans nogHoe ontstond dan wel deze categorie van ambtenaren? Bij de beantwoording dezer vraag is weer een splitsing in groepen mogelijk. Bij zijn opkomst was het corps klein, groeide het op uit personen die door wijziging, omstreeks 1874, der bepalingen betrekkelijk de aanstelling van adspirant-landmeters, de hoop moesten opgeven, zich eenmaal tot landmeters te zien benoemdvan kweekeling bij het kadaster werden zij teekenaar. Deze oude garde verdient met eere te worden vermeld; wie het gegeven was met hen te arbeiden, herinnert zich zonder twijfel de uitstekende diensten, welke zij in staat waren, en ook niet na lieten, te bewijzen. Langzamerhand vonden zij meerendeels een onderkomen bij den finantieel voor hen voordeeliger dienst der domeinen. Een tweede groote groep dankt zijn wording aan de herziening van de belastbare opbrengst der ongebouwde eigendommen. Onder den invloed der wet van den 25en April 1879 Staats blad n°. 89 ontstond op een gegeven oogenblik, plotseling, een reusachtige vraag naar menschelijk teekenmateriaal. Met meer goeden wil dan overleg werd in de behoefte voor zien, voor het oog schoone of zelfs maar behagelijke kopieën der kadastrale kaarten werden niet verlangd, als gevolg van zoo gering een eisch werd menigeen te werk gesteld, die ternauwernood een trekpen kon vasthouden, laat staan er gebruik van maken. Het aanbod van arbeidskrachten overtrof ver de vraag, wat niet behoeft te verwonderen, want in die dagen waren de verdiensten van een teekenaar fabelachtig; onverklaarbaar zal het wel altijd blijven dat men destijds bij de aanstelling van het personeel niet kieskeuriger te werk ging.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1899 | | pagina 54