59
Eischen betrekkelijk algemeene ontwikkeling worden er niet
in gesteld.
Het zwaartepunt van het stuk is gelegen in punt d., handelende
over eene, door een geneeskundige af te geven verklaring, hoofd
zakelijk betrekking hebbende op den omvang van het gezichts
vermogen van den candidaat; na aandachtige lezing van punt d.
komt men tot de slotsom, dat tamelijk omvangrijke oogheelkundige
studiën aan het redigeeren moeten zijn voorafgegaan.
Het slot der Resolutie is te karakteristiek om het hier niet
letterlijk mede te deelen; het luidt:
„Afschrift dezer te zenden aan al de Ingenieurs-Verificateur van
„het kadaster, met verzoek:
adaarvan mededeeling te doen aan diegenen, welke zij
„meenen, dat er belang bij kunnen hebben;
„b. de belanghebbenden, die zich daartoe aanmelden, in de
gelegenheid te stellen aan hun bureau de proeven hunner bekwaam
heid in het teekenen te vervaardigen."
Uit een en ander leeren we, dat de aanstelling van teekenaars
voorshands tamelijk wel berust op een onder-onsje tusschen een
geneeskundige en een Ingenieur-Verificateur.
We wenschen het Ministrieel Besluit van 13 October 1898
Afd. Reg. no. 5 een kortstondig bestaan toe, en hopen bijgedragen te
hebben tot het verschijnen van een nieuw besluit, waarin onze ver
langens werkelijkheid wordenbovendien vertrouwen we, niet al te
zeer in botsing te zijn gekomen met die eigenaardige groepsgewijze
menschelijke uiting, welke bekend is onder den naam van Corpsgeest.
Debai.
Voor debat melden zich aan de heeren: Meijer, van der
Veur en Boer.
oproeping voor personeel bij den dienst der Publieke Werken, voor
komende o.a. in het N. v. d. D. d.d. 7 Nov. 1898, 6e blad, bldz. 24,
voor de betrekking van teekenaar-klerk(bezoldiging 500.800,)
den eisch stelt dat de candidaat in het bezit zal zijn van een diploma
eind-examen H. B. School met 3 of 5-jarigen cursus of van een Ambacht
school of van het bewijs reeds met goed gevolg te zijn werkzaam geweest
op het bureau van een ingenieur of architect.