62 landmeters. Hij ziet in de aanstelling van teekenaars een groote hinderpaal voor de voldoening aan de billijke wenschen der landmeters en hij zou meer heil verwachten van een beweging, die ten doel had, een uitbreiding van 't getal landmeters te be vorderen. De heer Hoffmann dient de volgende motie in: „De vergadering is van oordeel, dat in het belang van den dienst de aanstelling van teekenaars bij het kadaster behoort te geschieden op grond van een onderzoek hetwelk vooral omvat practische bedrevenheid in kaarteering, teekenen en beschrijven van kaarten, rekenen en schrijven en verder loopt over: rekenkunde, vlakke meetkunde, eenvoudige goniometrische functies, het gebruik van logarïthmen en andere rekentafels, de Nederlandsche taal enz.; dat het aanstellen van teekenaars tot boekhouder ongewenscht is omdat: 1°. hunne werkkring daartoe eene onvoldoende voorbereiding is; 2°. tengevolge Regeerings maatregelen, genomen in de jaren 1877 en volgende, een groot aantal landmeters over 10 a 15 jaar tegelijk een leeftijd zullen bereiken waarop de geschiktheid voor den velddienst afneemt en hen, door het aanstellen van boek houders, het uitzicht op de retraite in den kantoordienst wordt ontnomen." Naar aanleiding van deze motie wordt het woord gevraagd door de heeren Gombault, Colpa en Boer. De heer Gombault heeft tot zoover met belangstelling en ingenomenheid de discussiën gevolgd, naar zijn gevoelen behoort onze vereeniging echter niet verder te gaan. Waar de ambtelijke verhouding tusschen landmeters en teekenaars niet geregeld is, komt het hem voor dat het aannemen van een motie hier zeker overbodig is. De ambtenaren, die in zake de aanstelling van de teekenaars een woord hebben mee te praten, zijn de Ingenieurs- Verificateur van het kadaster en als er pogingen aangewend moeten worden, om in den huidigen toestand verbetering aan te brengen, dan ligt dit allereerst op den weg van onze Hoofd ambtenaren. Te eerder komt hij tot deze conclusie, wijl onze vereeniging reeds genoeg kwestien in behandeling heeft, om thans die nog met eene te vermeerderen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1899 | | pagina 62