69
kadaster en de instandhouding van een dubbel kadaster zouden eischen,
bestaat bij den ondergeteekende tegen dit nieuwe denkbeeld hetzelfde
bezwaar als tegen het oude. Dit bezwaar andermaal uiteen te zetten zal
wel niet van hem verlangd worden. Men meende, dat het niet onover
komelijk zou zijn, daar het tegenbewijs geheel zou worden vrijgelaten.
Maar de ondergeteekende acht het juist bedenkelijk de zaak zoo te regelen,
dat op hem, die de nauwkeurigheid der kaarten betwist, de bewijslast
wordt gelegd. Hij wil aan de kaart als zoodanig geen ander gezag zien
toegekend dan het gezag, dat zij ontleent aan hare deugdelijkheid.
In het Voorloopig Verslag wordt gesproken van onbekend gebleven
bezwaren der hypotheekbewaarders. Dit rust op een misverstand. De
ondergeteekende heeft alleen medegedeeld, dat hij vaak met zoodanige
ambtenaren over de zaak heeft gesproken, dat hij aan hun oordeel in
dezen veel waarde hecht, en dat deze gesprekken de gronden van zijn
twijfel aan de wenschelijkheid van het toekennen van rechtsgeldigheid aan
het kadaster hebben bevestigd.
C. Beraadslaging.
De heer Welt: Mijnheer de Voorzitter! Ik wensch een punt te
bespreken dat in zooverre niet van aangenamen aard is, omdat ik vrees
dat die bespreking niet vruchtbaar zal zijn. Het is namelijk gebleken dat
de Minister van Financiën bij de vorige en ook bij deze begrooting be
treffende bedoeld punt, met vele leden der beide Kamers van gevoelen
bleef verschillen.
Ik bedoel de invoering van het rechtsgeldig kadaster, welke in hoofdzaak
neerkomt op de grensbepaling van den eigendom met medewerking van
belanghebbenden. Ofschoon ik die zaak dubbel der moeite waard acht
uitvoerig te worden behandeld, zal ik dit echter nalaten, omdat zij in de
beide Kamers der Staten-Generaal reeds meermalen van verschillende zijden
is besproken en behandeld. Alleen zal ik het dubbele plan van het
kadaster en de kosten bespreken, de punten waarvan in de stukken dezer
Kamer sprake is. Vooraf wil ik slechts aanstippen, dat de invoering van
het rechtsgeldig kadaster, naar zijne meening, op den duur tot veel minder
geschillen zal aanleiding geven dan met het bestaande kadaster het geval
isdat het hooren van belanghebbenden geen bezwaar oplevert, omdat de
ondervinding reeds leert, dat daar, waar zij in de gelegenheid worden
gesteld om tot de delimitatie mede te werken, in den regel daarvan door
hen bij voorkeur wordt gebruik gemaakt; dat dit hooren van belangheb
benden, het zoogenaamd contradictoir debat, in de ons naburige landen
reeds nagenoeg overal, en met goed succes, wordt toegepast, juist in
tegenstelling met de meening van andere zijde, dat die toepassing nog zeer
beperkt zou zijn.