70
Het bestaande kadaster geeft, wegens de onvastheid der eigendoms-
grenzen, tot vele onjuistheden en teleurstellingen aanleiding, daar bij her
meting menigmaal blijkt, dat er meer of minder oppervlakte binnen de
perceelen aauwezig is, dan vroegere afmetingen in de leggers en dientengevolge
ook de koopakten aangeven. Wel is waar wordt den belanghebbenden
gelegenheid gegeven tot reclame, doch daar de grenzen, als niet uitgaande
van vastgelegde punten, niet onherroepelijk vaststaan, is het bewijs van
foutieve meting in de meeste gevallen moeilijk of in het geheel niet door
den belanghebbende te leveren. Ook zal ik mij niet begeven op het
gebied van de rechten van den hypotheekhouder en van den houder van
een servituut, die bij vaststelling van de grensscheiding bij de delimitatie
volgens het gevoelen van den Minister zouden moeten worden gehoord,
omdat iemand als de heer Pijnappel en andere deskundigen daarin weinig
bezwaar zien, en mochten die heeren op dat punt eens dwalen, hetgeen
mij niet zoo voorkomt, dan is het toch in allen gevalle beter dat die zaken
onder de oogen worden gezien, dan dat men het opkomen van menig
geschil onder het bestaande kadaster laat voortwoekeren. De adviseurs
van dezen Minister schijnen terug te schrikken voor de moeilijkheden, die
uit voorkomende fouten bij het rechtsgeldig kadaster zouden kunnen ontstaan,
maar met de middelen, waarmede de landmeetkunde tegenwoordig is toe
gerust, staat het, volgens de autoriteiten op dat gebied, zoo goed als vast,
dat het maken dier fouten tot de hooge uitzonderingen behoort. De meting
en de berekening is namelijk zoodanig ingericht, dat fouten zich zelt
verraden. Ik hoop daarom, dat de Minister zich alsnog door de beste
technici van ons bekwaam korps, dat zich aan de landmeetkunde wijdt,
zal willen doen voorlichten, indien dit nog niet voldoende geschied mocht
zijn. De hypotheekbewaarders, hoe bekwaam en verdienstelijk zij overigens
ook mogen zijn, zijn toch van oorsprong geen technici op het gebied der
landmeetkunde.
Daar in het Voorloopig Verslag van deze Kamer het denkbeeld van
een afzonderlijk eigendomskadaster is aangegeven, blijkt uit de Memorie
van Antwoord, dat de gezindheid van den Minister tot invoering van een
rechtsgeldig kadaster er nog niet op is vooruitgegaan, en wel wegens de
meerdere kosten, die daarvan het gevolg zouden zijn. Ik zou dit bezwaar
van den Minister op prijs stellen, indien niet mijn gevoelen ware, dat dan
een afzonderlijk plan voor de grensbepaling der eigendommen een over
bodigheid is. Volgens mijn bescheiden meening is in de beide Kamers
der Staten-Generaal, bij de behandeling van deze materie, het bespreken
van de nauwkeurigheid der kadastrale kaart steeds overmatig veel op den
voorgrond getreden.
Ik ben zoo vrij er op te wijzen dat de schaal, waarop de kaarten zijn
geteekend, met de meerdere of mindere nauwkeurigheid van het kadaster,