74
meetgetallen, die ten kantore bewaard worden. Door die meetgetallen kan
men te allen tijde de grenzen weder op de terreinen terugvinden, wanneer
zij verloren mochten zijn gegaan. Men moet zich ook niet voorstellen, wat
sommigen schijnen te doen, dat men eenvoudig twee of drie nabijliggende
eigenaren zal oproepen om de grenzen vast te stellen, waarvan dan later
een ander, verderop gelegen eigenaar weder last kan hebben.
Neen, Mijnheer de Voorzitter, zoo gaat het niet. Men neemt een ge-
heele gemeente te gelijk op, niet een enkel perceel, en dan baseert men
zich eerst op de Rijks-triangulatie, zoo deze bestaat, en verder worden dan
de andere punten bepaald, zoogenaamde polygoonpunten waardoor
men kringen vormt, die in den regel grooter zijn dan de eigendommen van
één persoon. En eerst als men op die wijze het terrein omgeven heeft
door vaste punten, gaat men over tot de afzonderlijke opmeting van ieders
eigendom.
Iu Frankrijk is ten gevolge van den arbeid van een commissie, die bij
decreet van 30 Mei 1891 is ingesteld, de herziening van het kadaster ter
hand genomen, en de toenmalige Minister van Financiën aldaar, de heer
Rouvier, heeft in zijn rapport van 29 Mei 1891 aan den President uitge
bracht, waarbij hij de instelling van een dergelijke commissie aanbeveelt,
zeer juist samengevat wat hierbij het kadaster doet. Hij zegt dit er van
„La détermination physique (de la propriété) résultera de la reconnaissance
des limites de l'immeuble, de sa contenance et de son rattachement exact
k un plan d'ensemble; c'est l'objet des opérations qui constitue la partie
d'art du cadastre."
Nu heb ik gesproken van een dubbel kadastraal plan, hoewel dit er
eigenlijk niet behoeft te zijn. De bedoeling is deze. De grenzen, waarvan
ik een dergelijke nauwkeurige constateering verlang, zijn alleen de grenzen
tusschen de eigendommen van verschillende eigenaren, maar die nauw
keurigheid wordt niet vereischt voor de bepaling van de grenzen van
verschillende onderdeden van één eigendom, die alleen voor de heffing
van de grondbelasting noodig is. Wanneer iemand drie naast elkander
liggende perceelen bosch, weiland en bouwland heeft, moeten de grenzen
tusschen dit geheele eigendom en de terreinen van zijn buurman natuurlijk
zeer nauwkeurig bepaald worden, maar het komt er minder op aan, of het
stuk bouwland al iets te groot of te klein wordt genomen in verhouding
van het bosch of het weiland; dit maakt hoogstens eenige centen verschil
voor de belasting. Daarom sprak ik van een dubbel kadaster, een nauw
keurig eigendomskadaster en een belastingkadaster, waarvoor natuurlijk
ook het eerste gebruikt kan worden, wanneer men daarin de onderverdee
ling aanbrengt.
De Minister van Financiën beeft in de Tweede Kamer gezegd op bladz.
634 van de Handelingen