75 „Het stelsel van het verleenen van rechtsgeldigheid aan het kadaster wordt bepleit, maar zoover ik weet, is het in Europa nog nergens toegepast." Als ik wel ben ingelicht ligt hierin ook een vergissing. Vooreerst heb ben wij de Fransche wet van 17 Maart 1898, welke wet trouwens aan den Minister bekend is, en in die wet lees ik toch de volgende bepalingen. De eerste artikelen zeggen, dat er in elke gemeente, die haar kadaster herzien wenscht te hebben, een commissie voor de delimitatie moet worden benoemd, en art. 5 zegt dan: „Cette commission aura pour mission 1°. De procéder k la recherche et k la reconnaissance des propriétaires apparents 2°. De constater, s'il y a lieu, l'accord des intéressés sur les limites de leurs immeubles et, s'ils le désirent, d'en diriger le bornage; 3°. En cas de désaccord, de les concilier, si faire se peut; 4°. De déterminer provisoirement ces limites k défaut de conciliation ou de comparution des intéressés." En art. 7 luidt: „La délimitation provisoire prévue au paragraphe 4 de l'article 5 (d. i. wanneer men den eigenaar niet heeft kunnen vinden) sera portée k la connaissance des intéressés qui auront un délai d'un an pour s'entendre sur leurs limites ou pour introduire une action devant la juridiction com pétente. Passé ce délai, les limites déterminées provisoirement deviendront definitives, sauf les droits du propriétaire réel, lorsqu'il viendra se révéler et dont la réclamation ne pourra avoir d'effet qu'entre lui et ses voisins immédiats." Nu is het voorbeeld van Frankrijk niet het eerste. Frankrijk heeft een voudig het voorbeeld van het kanton Genève nagevolgd. Daar bestaat een wet van 1 Februari 1841, waarin op diezelfde wijze de delimitatie en op meting der grenzen werd gelast onder het toezicht van personen die den naam van prud'hommes droegen. Dezen moesten de eigenaars bijeenroepen en, bij verschil, trachten hen het daarover eens te doen worden, en anders de voorloopige grenzen aanwijzen. Wanneer de eigenaars het niet eens konden worden, werden de grenzen als niet zekere grenzen aangeduid. De eigenaars konden dan binnen een zekeren termijn die grenzen betwisten; wanneer dit niet geschiedde, werd na afloop van dien termijn aan de aldus aangewezen grenzen rechtskracht toegekend. Hetzelfde is het geval in Elzas-Lotharingen, waar de grensbepaling on geveer op dezefde wijze plaats heeft, en in 24 van de wet van 31 Maart 1884 wordt bepaald dat de bij verschil tusschen partijen door den „Schiedsmann" voorloopig vastgestelde grenzen, na een zekeren tijd rechts kracht bekomen, hetgeen bij de met onderlinge toestemming van de eige naars vastgestelde grenzen dadelijk het geval is.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1899 | | pagina 75