86
Oberfinanzrath" werkzaam bleef en gelegenheid vond zijne groote
administratieve bekwaamheden, zijn organiseerend talent te toonen.
Die gelegenheid vond hij vooral toen hij medewerking moest
verleenen aan de uitvoering der wet op de grondbelasting van
21 Mei 1861. Ter perequatie moesten alle voorhanden kaart
werken zooveel mogelijk worden dienstbaar gemaakt en voor zoover
deze onbruikbaar bleken of ontbraken moest in korten tijd door
kadastreering het ontbrekend materiaal worden verschaft. Het
laatste gold natuurlijk vooral de woeste of weinig geparcelleerde
gronden, welker opmeting relatief niet veel tijd eischte, doch de
oppervlakte daarvan bedroeg in de oostelijke provinciën niet minder
dan 22,7 in de westelijke 4,7 millioen hectaren 8 maal
de oppervlakte van Nederland.) Het werk was binnen den vast-
gestelden termijn op 1 Januari 1865 gereed!
Een gelijksoortig vraagstuk moest na 1866 door de annexatie
van Sleeswijk-Holstein, Hannover en Hessen worden opgelost.
Natuurlijk was Gauss slechts één der ambtenaren die aan de
oplossing moesten samenwerken, doch op de organisatie van het
technisch deel van het werk heeft hij ongetwijfeld een over
wegenden invloed uitgeoefend.
Men moet zich niet voorstellen dat de in korten tijd opgemaakte
kaarten groote nauwkeurigheid bezitten. Het tegendeel is maar
al te dikwijls gebleken.
Het is de oude historie welke zich telkens en overal herhaalt.
De gewenschte perequatie der grondbelasting doet plotseling de
behoefte ontstaan aan kadastreering van het geheele Rijk binnen
korten termijn; tijd tot voorbereiding en vorming van personeel
ontbreektalle krachten, die zich aanbieden, worden aan het werk
gesteld; alle methoden van meting worden toegelaten mits het
resultaat maar voldoende is voor den omslag der belasting. Is
het werk gereed, dan komt de administratie voor de boekhouding
op den eigendom beslag leggen op het resultaat en dan komen
de klachten, als de kaarten geheel ontoereikend blijken voor de
verzekering van het eigendomsrecht.
Zoo heeft men ook in Pruisen bij de invoering der grondboek-
wetten van 5 Mei 1872 het kadastraal perceel tot grondslag gelegd
aan de boekhouding en nu door de jurisprudentie is uitgemaakt