88
Met de vermelding dezer verdiensten kunnen wij te eerder volstaan
omdat wij reeds vroeger eene uitvoerige toelichting opdieAnwei-
sungen, met toepassingen verduidelijkt, hebben gegeven. (Tijdschr. I
bl. 27, 113, 153, 185, 193, II 137, IV 86, 121.) Ook de heer
Hoffmann schreef daarover belangrijke artikelen (Tijdschr. IV 99,
156, V 81, XI 56) en de meeste landmeters hier te lande, met
hermetingen belast, nemen thans voor de vereffening van driehoeks
metingen Anweisung IX tot leiddraad.
Men stelle zich niet voor, dat die Anweisungen uitsluitend op
het bureau of in de studeercel zijn ontstaan. Er is bij de samen
stelling zooveel mogelijk partij getrokken van de ondervinding op
het terrein verkregen.
De beginselen ervan zaten o. a. voor bij de kadastreering van
het hertogdom Lauenburg, de ontwerpen der Anweisungen werden
aan de praktijk getoetst voornamelijk bij de hermeting van het
vorstendom Lippe, en op grond daarvan aangevuld en gewijzigd.
Natuurlijk zijn zij niet in elk opzicht volmaakt en hebben ervaring
en onderzoek verbeteringen wenschelijk gemaakt. Zoo is bijv.
gebleken dat de ondergrondsche verzekering van punten door
draineerbuizen niet zeer praktisch is, dat de gestelde foutlimieten,
vooral die voor lengtemeting, veel te ruim zijn enz.
In Elzas-Lotharingen zijn dan ook op verschillende punten ver
beteringen aangebracht en bij de „Stadtvermessungen" in Pruisen
zelf dienen zij meer als leiddraad dan als bindende voorschriften.
Trouwens de in 1894 verschenen tweede druk van Anweisung IX
geeft allerlei kleine wijzigingen, zonder dat de afwijkende bepalingen
van den eersten druk uitdrukkelijk worden afgeschaft, waaruit wel
blijkt, dat het nimmer de bedoeling is geweest de ambtenaren aan
eene slaafsche opvolging dezer voorschriften te binden, waardoor
eene voortgaande ontwikkeling der kadastrale techniek zou worden
belemmerd.
Het behoeft wel nauwelijks gezegd, dat de beste instrumenten
voor de metingen worden beschikbaar gesteld, voor hoekmetingen
bijv. microscoop-theodolieten
In overeenstemming met de hoogere eischen aan wetenschappe
lijke, vooral mathematische ontwikkeling, aan den landmeter gesteld,
werd bij besluit van 4 September 1882, regelende het exameni