92 Een storm van verontwaardiging is onder de bedreigden opge stoken, een krachtig protest werd door hen aangeteekend, een machtig wapen, Art. 158 der Grondwet, hielden zij der vroedschap dreigend voor. Deze liet zich echter geen schrik aanjagen, zij heeft op adressen van in aanzien hoog staande groepen van ambtenaren eenvoudig afwijzend beschikt. De raad ontraadde dezen Staatsburgers, van het hen bij Art. 158 toegekende recht gebruik te maken, zich als ambtenaren op dit standpunt te plaatsen. Rijp beraad ging aan zijn besluit vooraf, de huidige omstandigheden maakten het noodzakelijk. Ook bij den Staat is periculum in mora, bij de technische dienstvakken wel het meest, en onder deze, bij het kadaster niet het minst. De rijks-ambtenaar verbetert door het attest van den huisdokter, zijn kanzen op verplaatsing naar eene standplaats, waarop hij nog geen aanspraak kan maken op grond van anciënniteit. Maar ook anciënniteit is steeds betwistbaar, daarop te wachten tijdroovend, en daarom beijvert menigeen zich, te goeder trouw natuurlijk, een imperatief bevel van een geneesheer machtig te worden. Voor zoo'n document zwicht de regeering, die begrijpelijkerwijze het leven van een harer trouwe dienaren noode bedreigd ziet. Hoewel opvallend, schijnt het toch niet de aandacht der autori teiten te trekken, dat als herstellingsoorden de voorkeur genieten de groote steden, waar tegelijkertijd de drukste kantoren geves tigd zijn. Men staat yerbaasd over de geneeskracht, vermoedelijk een gevolg der gezelligheid welke zij aanbieden, schuilende in de be volkingscentra; daartegenover baart het werkelijk verwondering, dat zoo menige kuur niet beter gelukt, dat de zieken, in plaats van na verloop van eenigen tijd hun aandeel in den voorhanden arbeid te komen vragen, zich maar jaar in jaar uit op hunne vrij stelling beroepen, zoodra op dien op hen rustenden plicht, ook maar gezinspeeld wordt. De keuze van een Luft Kurort bevestigt ook nu en dan de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1899 | | pagina 92