97 pinnen a. a. a., voorzien van koppen om ze in den grond te kun nen drijven; deze pinnen schuiven door de oogen b. b. b. (zie figuur III) en worden daarin vastgeklemd door de schroeven c. c. c de oogen kunnen draaien in den ijzeren band d.t welke door de klemschroef e. tegen de baak wordt vastgedrukt. Neemt men in aanmerking dat de polygoontrekken in den regel de krommingen van wegen en dijken volgen en de polygoonpun- ten dus meestal op den publieken weg vallen, dat het publiek in ons land nog al meegaande is en een weinig aanstoot gevende paal ook op particulier terrein geduld zal worden (getuigen de vele steenen palen van den waterstaat op de uiterwaarden langs onze rivieren) dan is mijne veronderstelling niet gewaagd, dat bij het plaatsen der palen weinig tegenstand zal ondervonden worden. Behalve voor het kadaster zouden deze palen ook bruikbaar zijn voor andere doeleindenhet maken van kunstwerken, het aanleggen van buizennetten van gas- en waterleiding, enz.vooral als de polygoonpunten op de gemeenteplans werden aangegeven en daarbij de gegevens werden verstrekt van de polygoneering. J. G. A. Boon.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1899 | | pagina 97