Benoembaarheid van landmeters en adjunct-landmeters in Ned.-Indië, Bij Kon. Besl. v. 25 Febr. 1899 No. 42 is het volgende bepaald Artikel 1. Artikel 1 van het Koninklijk besluit van 21 De cember 1882 Indisch Staatsblad 1883 n°. 121) wordt gelezen als volgt Behoudens het geval bedoeld in artikel 5, zijn benoembaar: I. tot adjunct-landmeter der 3de klasse bij het kadaster in Nederlandsch-Indië a. zij die geslaagd zijn in het eerste gedeelte van het groot ambtenaarsexamen voor den Indischen dienst, zooals het is ge regeld bij het Koninklijk besluit van 20 Juli 1893 n°. 29 In disch Staatsblad n°. 257) of zooals het nader geregeld zal worden, en daarna gedurende ten minste één jaar op door den Gouverneur- Generaal te regelen wijze, onafgebroken werkzaam zijn geweest als tijdelijk ambtenaar bij het kadaster en als zoodanig blijken van geschiktheid voor de betrekking van adjunct-landmeter heb ben gegeven. Voor eene aanstelling tot tijdelijk ambtenaar komen slechts in aanmerking zij, die hun 24ste jaar nog niet zijn ingetreden, tenzij zij ook in het tweede gedeelte van het groot-ambtenaarsexamen geslaagd zijn, in welk geval zij in aanmerking kunnen komen zoolang zij hun 26ste jaar nog niet zijn ingetreden; b. zij die voldaan hebben aan een examen, volgens het pro gramma voor de bedoelde betrekking vastgesteld bij dit besluit. Tot dat examen worden slechts toegelaten zij, die 18 jaar oud zijn en hun 23ste jaar nog niet zijn ingetreden. De sub b genoemden zullen slechts benoemd worden, wanneer geen personen als de sub a genoemden beschikbaar zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1899 | | pagina 98