108
Maar de rechter past zoo'n redmiddel niet licht toe en alsof wij een
eigendomskadaster hadden baseert hij zijn vonnissen in zake grensge
schillen veelal op aanwijzingen, welke zijn gedaan volgens het kadas
trale plan en, daar getuigenbewijs nu eens niet kan worden toegelaten
clan weder niet afdoende kan zijn, beslist hij, ten einde raad, somtijds
op aanwijzingen, waarvan hij weet dat ze weinig waarde hebben.
Als voorbeeld kan worden gewezen op het arrest van de rechtbank
te Leeuwarden van 10 Nov. 1887, waarbij in een grensgeschil is
beslist als volgt: „Passeerende de door den eischer gestelde daad
zaken. Verstaat dat de (in het vonnis genoemde) kadastrale
„perceelen zullen worden opgenomen en onderzocht door drie des
kundigen, dat deze de grensscheiding tusschen de eigendommen van
den eischer en den gedaagde, zijnde eene bestaan hebbende haag,
„zoo mogelijk wederom uitvondig zullen maken door opgraving van
„de wortels dier haag, die zich aan de beide zijden der huizen
„aldaar en onder de vloeren der kamers kunnen bevinden, daarna
„die grensscheiding weder zullen vaststellen en uitbakenen." Uit
het rapport der deskundigen blijkt, dat zij geen wortels van eene
haag hebben gevonden en daarom op het terrein hebben uitgezet
de grenslijn volgens het kadastrale plan, terwijl zij verklaren:
„welke grenslijn zij niet anders kunnen beschouwen dan als weer
gevende eene bepaalde lijn voorkomende op eene kadastrale kaart
„van zeer verdachte waarde."
Niettemin werd door genoemde rechtbank bij vonnis van 3 Jan.
1889 beslist: „Passeerende het door gedaagde subsidiair aange
koden getuigenbewijs, als niet ter zake dienende. Wijst de con-
„clusiën van eischer toe. Verstaat dat de door de deskundigen
„uitgebakende grenslijn, zooals die is aangegeven in hun rapport
„en in de bij dat rapport overgelegde voorstelling in kaart, de juiste
„en voor beide partijen verbindende grensscheiding is van hunne
„aan elkander gelegen eigendommen."
Nog kan worden vermeld, dat het ongunstige oordeel van de
deskundigen over de waarde van het kadastrale plan, waarvan
sprake is in hun rapport, door de administratie van het kadaster
is gedeeld; immers eenigen tijd nadat bedoeld vonnis kracht van
gewijsde had gekregen is dat plan gedeeltelijk en wel voor de bij
het vonnis betrokken perceelen ambtshalve hermeten.
Ofschoon van huis uit niet zoodanig aangelegd, dat de grenzen
van den eigendom daarbij zijn vastgelegd, wordt ons kadaster dus