115
De juridische bezwaren voornamelijk door Prof. Mr. J. C. Naber
ontwikkeld in de Notarieele Vereeniging x) komen beknopt samen
gevat op het volgende neer: De invoering van een rechtsgeldig
kadaster kan worden vergeleken met de decheance van alle niet
hernieuwde hypothecaire inschrijvingen op oude jaar 1880, en:
onder zoodanig kadaster moet worden verstaan eene met gezag
bekleede kaart der eigendommen, die voor de primitieve eigenaren
en hunne rechtverkrijgenden een titel vormt, zoodanig, dat bezit en
verjaring slechts kunnen worden ingeroepen wanneer niemand kan
bewijzen de rechtverkrijgende te zijn.
Onveranderlijkheid is dus volgens Prof. N a b e r eene noodzakelijk
heid voor een rechtsgeldig kadaster en de hoogleeraai komt tot
deze meening door aan te nemen, dat met zoodanig kadaster een
positief stelsel en hiermede de mobilisatie van grond en bodem
moet worden ingevoerd, want zoo heet het zonder positief
stelsel heeft een rechtsgeldig kadaster slechts geringe waarde en,
daar een positief stelsel geen eigendomsverkrijging door verjaring
toelaat, zou een rechtsgeldig kadaster ook geen blijvende waarde
kunnen hebben. En volgens den heer J. C. Bouman2) kan de
werking van een rechtsgeldig kadaster zelfs niet samengaan met
eigendomsverkrijging door verjaring.
Het denkbeeld, dat een rechtsgeldig kadaster onveranderlijk zou
moeten zijn, is niet van den laatsten tijd. Immers Napoleon I
pleitte daarvoor reeds in den Raad van State toen hij het dooi
hem gewenschte kadaster verdedigde met de woorden„het kadaster
is onveranderlijk, men brengt er slechts veranderingen in aan in
buitengewone gevallen, na een plechtig vonnis". Toch zal allerminst
Napoleon voor oogen hebben gestaan een absoluut onveranderlijk
kadaster, maar veeleer een kadaster, waarin niet eenzijdig door de
administratie verandering kan worden gebracht, en dat oveiigens
voldoet aan de eischen van het verkeer, terwijl daarbij rekening
moet worden gehouden met de beginselen van het burgerlijk recht.
Op een en ander moet ook ten onzent worden gelet.
Het burgerlijk recht nu wordt ten onzent vooral gekenmerkt door
het toestaan van volkomen vrijheid in de wijze van verkrijgen en
overdragen en bij het behouden en verliezen van rechten op den
J) Beginselen van mobilisatie. Zie Weekbl. v. Not. en Reg. n°. 1191, 1198.
2) Beschouwingen enz. bl. 39.