127 De eischen van den fiscus daarentegen brengen mede dat bij vernieuwing van het kadaster worden opgenomen alle afscheidingen van cultuurperceelen, die de eigenaar binnen de grenzen van zijn eigendom heeft gemaakt en waarbij hij aan willekeur en aan de eischen der aesthetica den vrijen teugel kan laten. En nu moge het opnemen en juist in kaart brengen van de sierlijk golvende lijnen, waardoor vijvers, bosschages, voetpaden e. a. worden begrensd, geschikt zijn om de eentonigheid der teekening te breken, de moeite en tijd, die daaraan moeten worden besteed, overtreffen ver het nut, hetwelk de fiscus kan trekken van eene kaart, die tot in de kleinste bijzonderheden ook voor de cultuurgrenzen juist is. Toch kan bij de opneming der cultuurgrenzen voor het bestaande kadaster niet worden getransigeerd. Hel kadasternommer moet nu eenmaal worden gebezigd in de akten, om het even of daarmede wordt aangeduid een eigendoms- dan wel een cultuurperceel, en vroeg of laat kunnen ook de cultuurperceelen door overdracht eigendoms- perceelen worden. Oppervlakkig geoordeeld zou men mogen aannemen, dat den eisch van den fiscus naar eene kaart, die eene getrouwe afbeelding van het terrein geeft, inwilligende, men den grondeigenaar tevens bezorgt een voordeel, waar tegenover geen bezwaren staan, ware het niet dat de grondeigenaar zelf, gebruik makende van zijn recht om het volle genot van zijn eigendom te hebben, aan het kadaster parten speelde. Wispelturig, zooals ook de grondeigenaar kan zijn, brengt hij binnen de grenzen van zijn eigendom alle veranderingen aan, welke hij nuttig, noodig of tot verhooging van zijn genot wen- schelijk acht. Hij vraagt niet of de afscheidingen door hem gemaakt ook grenzen van kadaster-perceelen zijn geworden en, in een minimum van tijd soms, zijn de met veel zorg opgenomen cultuurgrenzen verdwenen of, wat voor het kadaster erger is, verplaatst. Als er geen herziening van de belastbare opbrengst der ongebouwde eigen dommen is bemerkt de fiscus in den regel niets van de verandering van het terrein, of doet hij dat wel, maar behoeft de belastbare opbrengst niet verhoogd te worden, dan blijft het bij bemerking. Het kadastrale plan althans wordt niet overeenkomstig deze terreinsveranderingen bijgehouden en het nut, dat men trachtte te bevorderen toen alle bijzonderheden werden opgenomen en getrouw afgebeeld, blijkt een denkbeeldig nut te zijn geweest want de kaart is niet gebleven eene getrouwe afbeelding van het terrein. Zulks

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1900 | | pagina 131